Sociale hervormingen - pagina 112
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I. Stuk II.
374
dus een ander
tijdstip
voor het ingaan der rente worden aange-
nomen.
Een zeevisscher, die zich verhuurt voor een seizoen, zal zijn loon ontvangen na afloop der laatste zeereis in dat seizoen. Tusschen twee op elkaar volgende zeereizen of vóór den aanvang der eerste zeereis en na afloop der laatste zeereis, zal hij in den regel geen of een gering loon ontvangen. De visscher echter, die slechts ééne zeereis meemaakt, zal zijn loon over die reis ontvangen en dadelijk weer in zijn vroeger of in een ander landbedrijf werk zoeken, waarvoor hij dan weer geregeld loon zal ontvangen. Het verdiende loon over de zeereis kan dan beschouwd worden als eene voortzetting van het loon, dat die tijdelijke visscher verdient in het bedrijf, waarin hij vroeger gewoonlijk werkzaam was. Hiermede rekening houdende bepaalt artikel 40, dat hij een tijdelijke uitkeering ontvangt, indien hij, gedurende meer dan twee opeenvolgende dagen, te rekenen van den dag na dien, waarop de zeereis, waarop het ongeval is voorgevallen, is geëindigd, ongeschikt is om den arbeid te verrichten, waarmede hij vóór het ongeval gewoonlijk in zijn levensonderhoud voorzag. De uitkeering gaat niet in vóór den dag na dien, waarop de reis is geëindigd. Volgens artikel 41 houdt de tijdelijke uitkeering op met het eindigen der ongeschiktheid of met den dag, waarop hem eene rente of eene voorloopige rente wordt toegekend. Ook hier geldt wat bij artikel 34 is aangeteekend, betreffende het criterium waarnaar de ongeschiktheid tot werken moet worderr beoordeeld. Was de getroffene b.v. een haringpakker, dan moet beoordeeld worden of hij als haringpakker werkzaam kan zijn. Was hij letterzetter of in een ander niet-verzekeringsplichtig bedrijf werkzaam, dan wordt beoordeeld of hij op dien tweeden dag of daarna in staat is als letterzetter of in het niet-verzekeringsplichtig bedrijf, waarin hij vroeger werkte, werkzaam te zijn. Artikel 42 tot en met 48. Uit het bovenstaande is gebleken dat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat een vaste zeevisscher uitkeering ontvangt, hoewel hij ten gevolge van het ongeval geen loon derft. Dientengevolge zou hij in betere conditie komen dan een collega, die niet door een ongeval wordt getroffen. Daar de ongevallenverzekering ten doel heeft aan den getroffene 70 pet. van zijn loon, dat hij derft tengevolge van het ongeval te vergoeden, zoo moet zooveel mogelijk gewaakt worden, dat hij niet meer ontvangt, daar er anders voor hem een prikkel kan ontstaan zich een ongeval op den hals te halen en de werkgever verplicht zou worden bij te dragen in gevallen waarin geen redelijke grond tot schadeloosstelling bestaat. Omgekeerd kan zich ook het geval voordoen, dat de tijdelijke uitkeering, toegekend aan den getroffene, niet voldoende is en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's