Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sociale hervormingen - pagina 230

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale hervormingen - pagina 230

voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

286 dat men dit maatschappelijk verschijnsel regelt dan het negeert. Vrij algemeen echter verklaarde men zich met dit denkbeeld niet te kunnen vereenigen, reeds daarom alleen niet, omdat het de meening, dat werkstaking slechts mogelijk is en kan slagen, wanneer de arbeiders eigenmachtig hunne dienstbetrekking verbreken, nog meer dan tot dusverre ingang zou doen vinden. Dat die meening verkeerd is en werkstakingen, waarbij de opzeggingstermijnen zijn in acht genomen, een voor de arbeider gunstig verloop kunnen hebben, leert de ervaring in Engeland. Verwezen werd te dien aanzien ook naar eenige artikelen van Sidney en Beatrice Webb in „Soziale Praxis" van Maart 1902. Sommige leden merkten nog op, dat bij toepassing van bovenbedoeld denkbeeld, de billijkheid zoude eischen eene overeenkom-

het dat

beter,

men

beschouwen als grondige reden voor den de dienstbetrekking te verbreken. De werkgever

stige omstandigheid te

werkgever

om

zou, zonder tot schadeloosstelling te zijn verplicht, zijne arbeiders moeten kunnen ontslaan, wanneer een zeker deel der medewerkgevers tegenover hunne arbeiders den maatregel van „uitsluiting"

zou hebben toegepast. Gevraagd werd, of niet de omstandigheid, dat een arbeider, in geval van werkstaking bijv., niet aan den arbeid durft te gaan, omdat hij daarvan gevaar ducht voor zijn persoon, zijn gezin of zijn goed, onder de grondige redenen om de dienstbetrekking te verbreken, moet worden opgesomd. Hierop werd geantwoord, dat deze omstandigheid in geen geval hier thuis behoort, omdat de arbeider niet de bedoeling kan hebben in zoodanig geval aan de dienstbetrekking een einde te maken. Is uitdrukkelijke vermelding van deze omstandigheid in de voorgedragen regeling noodig, hetgeen men betwijfelde, omdat hier een geval van overmacht aanwezig schijnt, dan moet dit geschieden in de vijfde afdeeling, die van de verplichtingen des arbeiders handelt; het verdient dan wellicht aanbeveling bij de redactie de woordenkeus van art. 1360 van het Burgerlijk Wetboek te volgen.

Ook werd hier gewezen op hetgeen bij den arbeid in de venen wel schijnt voor te komen, dat de mannelijke arbeiders de vrouwelijke, wier concurrentie zij vreezen, trachten te weren door haar met mishandeling te dreigen, zoo zij den arbeid beginnen of dien niet staken. Moet nu een dergelijk geval, w aarin het voor de arbeidsters wel geraden is van verderen arbeid maar af te zien, niet onder de gegronde redenen om de dienstbetrekking te verT

breken, worden opgenomen? Niet algemeen werd begrepen, welk het juiste verband is tusschen de bepalingen van art. 1639^ en art. 1639 j eenerzij ds en de bepaling van art. 1639 o aan den anderen kant. Men vroeg, of de wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige, namens dezen, de dienstbetrekking eigenmachtig om grondige, aan de

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's

Sociale hervormingen - pagina 230

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's