Sociale hervormingen - pagina 173
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
i6i
op inrichtingen met 5 of meer arbeiders. Toepassing" van het voorschrift op al die inrichtingen zoude echter te streng zijn. Van kleine inrichtingen zonder krachtwerktuig of oven kan niet worden geëischt het verbouwen van schoorsteenen en rookgeleidingen. Met verwijzing naar het aangeteekende op de artt. 79 tot 86 zoude het stellen van een dergelijken eisch neerkomen op een verbod om in tal van woonhuizen schoorsteenen of rookgeleidingen te hebben, waarin houtwerk aanwezig is. Daarom wordt voorgesteld op de inrichtingen, die volgens het ontwerp tot de fabrieken worden gerekend, maar die volgens de Veiligheidswet geen fabrieken of werkplaatsen waren, slechts dan het eerste lid van toepassing te verklaren wanneer die inrichtingen na het in werking treden der wet zijn gebouwd of worden gevestigd in een gebouw, hetwelk na dit tijdstip is g^esticht. Ten aanzien van ovens bevat het Veiligheidsbesluit in art. onder geen voorschrift. Toch is het raadzaam ook eischen te stellen, waaraan ovens hebben te voldoen. Die eischen kunnen zich bezwaarlijk uitstrekken tot alle ovens; met het oog daarop zijn de eischen beperkt tot die, welke gebouwd worden na het in werking treden der wet. Overigens schijnt het artikel geen toelichting te vereischen. Alleen moge worden herinnerd, dat aan eiken deskundige voldoende duidelijk is, wat verstaan moet Avorden onder de uitdrukking: „naar den eisch van goed werk". passing' zijn
1
i
Art. 107. Toestellen, die warmte voortbrengen of verspreiden door middel van stoom of warm water, zijn uit den aard der zaak niet zoo gevaarlijk, dat maatregelen tegen brandgevaar noodig worden geacht. Art. 108. Het voorschrift is ontleend aan art. 11, onder 3 van het Veiligheidsbesluit en heeft eene uitbreiding ondergaan, die geen nadere toelichting schijnt te vereischen. Alleen zij aangeteekend, dat het woord „uitsluitend", aan het slot van het eerste lid, verbiedt om de warmtebron tot ontwikkeling van stoom of tot verhitting van het water in het lokaal te plaatsen. 109, Meer dan ééne bepaling van het Veiligheidsbesluit betrekking op trappen. Een bepaald voorschrift, hetwelk de aanwezigheid van eene trap beveelt, komt in dat besluit evenwel niet voor. Toch is het wenschelijk om in fabrieken, waar 10 of meer arbeiders werkzaam zijn in een of meer werklokalen, waarvan de vloer meer dan 3.50 M. boven den beganen grond is gelegen, eene behoorlijke trap te kunnen eischen. Met het oog op het ontstaan van brand in de bedoelde werklokalen is het van groot belang, dat ontruiming langs eene trap en niet langs eene ladder die wel eens den eenigen toegang levert tot de werklokalen mogelijk is.
Art.
heeft
—
—
III.
1
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's