Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sociale hervormingen - pagina 89

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale hervormingen - pagina 89

voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

2.

Het beding van

Vergel.

art.

2

vrije dienstkleeding moet geoorloofd der Belgische wet van 16 Augustus 1887.

Deze vorm van loon

is op eenigszins dan volgens N. 4 van artikel 15 Drucker het geval zoude zijn. Beperking tot de eerste levensbehoeften van wegens de onbestemdheid der uitdrukking, en van den arbeider, niet raadzaam voor.

3

.

gelaten

4

.

Vergelijk

art. 2

zijn.

ruimer schaal toe-

van het Ontwerpden arbeider

mede

in het

kwam belang

van de Belgische wet van 16 Augustus 1887.

6. Bij de toelichting van de overeenkomstige bepalingen van het ontwerp van mr. Drucker en van dat van 1901 wordt de meening voorgestaan, dat deze bepaling, in verband met het voorschrift van de slotalinea omtrent den schriftelij ken vorm der overeenkomst, tot verbetering van het leerlingcontract zal leiden. Naar het oordeel des ondergeteekenden berust deze opvatting op eene minder scherpe onderscheiding tusschen de arbeidsovereenkomst en het leerlingcontract. Dat het laatste niet eene species is van de eerstgenoemde overeenkomst, volgt reeds hieruit, dat bij de arbeidsovereenkomst het doel voor den werkgever hierin bestaat, dat hij in zijn dienst arbeid verricht wenscht te zien, en voor den arbeider hierin, dat hij met zijnen arbeid loon wenscht te verdienen, terwijl het daarentegen bij het leerlingcontract de bedoeling is van de eene partij onderricht te verschaffen en van de andere, onderricht te erlangen, zoodat het slechts als een toevallig gevolg, geenszins als een essentiale, der overeenkomst is aan te merken, indien de onderricht gevende partij eenig nut uit den arbeid des leerlings trekt, of indien deze eenig loon ontvangt voor den arbeid, dien hij wellicht ten behoeve van zijnen onderwijzer verricht. De gedachtengang, waarin de betrekkelijke paragrafen der vorige Memoriën van Toelichting zijn opgesteld, is vermoedelijk opgewekt door hetgeen in het dagelijksch leven plaats vindt met krullenjongens, loopjongens en dergelijken, welke inderdaad krachtens eene gewone arbeidsovereenkomst werkzaam zijn en vermoedelijk daarom „leerjongens" worden genoemd, omdat lucus a non lucendo men in den regel er zich zoo bitter weinig aan laat gelegen liggen, hen in hun vak te onderrichten en te

bekwamen.

Nu

de Regeering" echter, van de noodzakelijkheid doordrongen groote volksbelang naar behooren te behartigen, in de ontworpen Arbeidswet eene uitvoerige speciale regeling van de „leerovereenkomst" heeft voorbereid, heeft de ondergeteekende gemeend te dezer plaatse het verschil van opvatting tusschen dit ontwerp en zijne beide voorgangers te moeten aanduiden. Dat deze bepaling toch de plaats blijft innemen, welke zij in de vorige ontwerpen heeft bekleed, vindt zijn grond in de dit

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's

Sociale hervormingen - pagina 89

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's