Sociale hervormingen - pagina 501

489

Behalve het bovenstaande, betreffende de punten, welke volgens het ontwerp bij algemeenen maatregel van bestuur zullen worden geregeld, werd nog het volgende aan de Regeering in overwe-

ging gegeven: I . het verbod van een hoogeren overdruk dan van 4 atmosferen, welk verbod noodzakelijk scheen, aangezien de wetenschap nog geen middel heeft gevonden om in de samenstelling van de gecomprimeerde lucht onder een hoogeren druk zoodanige wijziging te brengen, dat het mogelijk is daarbij in leven te blijven

2^. de aanstelling van vast medisch personeel voor het onderzoek en de geregelde observatie van de caisson-arbeiders, en voor het geven van voorlichting aan die arbeiders; 30.

het verbod van rooken;

40. het bedienen van de kranen door deskundig personeel

bij

het uitschutten uitsluitend

;

50. de in verband met het jaargetijde noodzakelijke verwarming en afkoeling van de schutsluizen;

60.

bepalingen

betreffende

den afvoer van

faecaliën uit

den

caisson 70. het aanbrengen van telephonische gemeenschap tusschen den caisson en de buitenwereld, een eisch, welke in de Memorie van Toelichting wordt genoemd, doch in het wetsontwerp niet is

opgenomen

8. de beproeving van luchtsluizen en schachten, vóór het in gebruik stellen daarvan, en periodieke herhaling van die beproeving, een en ander op ten minste viervoudige zekerheid;

de aanwezigheid van een hijschtoestel, bestemd voor perdie niet meer bij machte zouden zijn van de ladder gebruik te maken. 90.

sonen,

Sommige leden waren van oordeel, dat er geen reden den bestuurder niet aansprakelijk te stellen voor de nietnaleving van het verbod van het gebruiken van bepaalde dranken op het terrein van het werk. Huns inziens zou de bestuurder, waar het een zoo groot belang voor de arbeiders geldt, volkomen gerechtigd zijn, hen zoo noodig aan den lijve te visiteeren om zich te verzekeren, dat zij die dranken niet bij zich hebben. Werd aan het verlangen van deze leden gevolg gegeven, dan zou nochtans de in art. 10 opgenomen strafbepaling tegen de arbeiders, die zich aan overtreding van het verbod van drankgebruik schuldig maken, behooren gehandhaafd te blijven. Art.

2.

bestaat,

Art.

4.

schouwd

in

Hoewel het denkbeeld, dat aan deze bepaling, beverband met die van art. 10 van het ontwerp, ten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen