Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 69

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 69

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GELOOF.

59

^

cn herhaalde drangredenen

bij den Heere aanhoudt, of Hij eenen dooden hond wilde omzien, en Zijnen genadeschepter haar toereiken, uit enkele ontferming hier zaait de ziel met tranen, terwijl hare oogen als springaders van water zijn." Ik heb expres deze aanhaling uit Comrie's „Eigenschappen" wat ruim gen.om.en, om het treffende van de dadelijke uitwerking van het levensbeginsel te doen zien, die hier zoo naar hare natuur wordt voorgesteld, en dat in onzen tijd

naar

zulk

;

zoo weinig ter harte genomen en soms haast overbodig geacht wordt. Al deze v/erkzaamheden zijn ook volgens Comrie het gevolg van het minste beginsel van leven, als en zoodra het in het hart komt; en bedoelt Comrie dus met de woorden „zoodra zich eenig levensbeginsel in hen ontdekte", een levensbeginsel, dat vóór die ontdekking, voor dat inkomen, in het hart niet was. Het zal niet onnoodig zijn, hier nog eenige woorden van Comrie aan te halen, uit zijn meer bedoeld werk over het „Oprecht Geloof," uitgegeven door Dr. Honig, die wij vinden vooral

als

:

op

blz. 81,

en tevens zijne bedoeling met die v/oorden op

te sporen.

Op

de aangehaalde

„opregt geloof"

:

blz.

zegt Comrie, sprekende over het

„dat dit geloof alles heeft

in

zijne natuur,

ingewrocht wordt door den H. Geest, waardoor het volmaaktelijk in staat is, om al de indrukken, die de H. Geest door het Woord van den inhoud des Woords geeft, te ontvangen, en die ontvangen liebbende, zich in dadelijke oefeningen werkzaam te betoonen. Daaruit kunt gij nu afleiden, eensdeels, dat de hebbelijkheid in de orde der natuur voor de daad gaande, noch wij, noch eenig sterveling kunnen zeggen, wanneer de werkzame daden uit dit beginsel voortvloeien, evenmin, als wij den juisfen tijd bepalen kunnen, wanneer de eerste redelijke daad uit de redelijkheid voortvloeit zijn het nu niet al de daden des geloofs, te weten, de meer voorname daden, nochtans de andere, die minder sterk en minder volmaakt zijn, waardoor wij tot de meer volmaakte trapsgewijze komen, en dus met Christus al nauwer en nauwer vereenigd worden. En

als het

;

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 69

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's