Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 98

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 98

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

RECHTVAARDIGMAKING.

88

Hoe ontdekt God uwe rechtvaardigheid Maar nu is volgens den Catecliismus niemand rechtvaardige voor God, vóór en aleer iiij zulke

God? maar: aan u ? een

weldaad door het geloof aanneemt. De woorden „zooverre ik zulke weldaad met geloovigen harte aanneem," beteekenen dan ook geenszins, als of de meerdere of mindere rechtvaardiging van de mate van ons geloof zou afhangen, maar eenvoudig, dat niemand rechtvaardig voor God is, dan in zooverre, d.i. dan alleen wanneer hij die weldaad door het geloof aanneemt, wijl niemand rechtvaardig is voor God die deze weldaad niet aanneemt door het geloof. Ook moeten naar den geest van onze Belijdenisschriften de laatste woorden van het antwoord op vr. 61 „en dat ik dezelve niet anders dan alleen door het geloof aannemen en mij toeëigenen kan" niet zoo verstaan worden, alsof wij door het geloof moesten aannemen en ons toeëigenen, dat wij rechtvaardig zijn; maar zoo, dat wij de rechtvaardigheid Gods in Christus, daartoe van God tot onze gerechtigheid verordend, door het geloof hebben aan te nemen en ons toeteëigenen tot onze rechtvaardigmaking voor God. :

Ook Calvijn spreekt in zijn „Institutie" over de rechtvaardigmaking niet anders, dan dat zij plaats heeft in den tijd door het geloof. Hij zegt (Bk. III Hfdst. XI § 2) van de rechtvaardigmaking o.a. „Laat ons vooreerst verklaren, wat deze spreekwijzen te beteekenen hebben, t.w. Dat de mensch voor God geregtvaardigd wordt dat hij geregtvaardigd wordt door het geloof of door de werken. Hij wordt gezegd voor God geregtvaardigd te worden, die naar het oordeel :

:

;

Gods èn regtvaardig geacht wordt, èn wegens zijne gebij Hem aangenaam is want gelijk de ongereg-

regtigheid

;

de oogen Gods, zoo kan ook de zondaar geene genade in zijne oogen vinden voor zoover zondaar is, en zoolang hij als zoodanig gehouden hij wordt. Waar dus zonde is, daar vertoont zich ook de een gruwel

tigheid

toorn die

en

niet

is

in

wraak van God. voor

een

zondaar,

Hij nu wordt geregtvaardigd,

maar voor

een

regtvaardig

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 98

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's