Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 134
HEILIGMAKING.
124
Want een
is,
volbracht
geschonken zooals
ze
digheden
wel opgelet, dat er tweeërlei begrip van de heiligmaking, zooals ze als werk in Christus aan alle uitverkorenen is
dient
hier
heiligmaking
en uit
al
vooreerst
toegerekend, en ten andere, heiligmaking, Christus naar gelang van tijden en omstan-
meer
wordt uitgewerkt. het
is
in
de bekeerden doorstraalt, uitkomt- en
Dit zijn niet
één heiligmaking.
twee heiligmakingen, maar
Slechts met dit verschi-1, dat
we
maal den regen nemen, zooals hij daar boven in de wolken ligt opgetast, en de andere maal van den regen spreken, gelijk hij in druppelen op den akker neerspet, er indringt en de aarde doorvochtigt. „Deze heiligmaking vindt hare voleinding en afsluiting Dan toch snijdt in de volkomen verlossing bij den dood. God de Heere ons lichaam van onze ziel af en brengt Zijn genade het tot een algeheele afsterving van de zonde. Feitelijk grijpt er dus in den dood een zeer groot genadewerk plaats, waardoor het werk der wedergeboorte eerst Want waren we dus ver nog tot volle ontplooiing kornt. in ons zelven verloren gebleven en midden in den dood liggende, voorzoover we ons buiten Christus rekenden, dit Dan toch gaat het geloof valt bij den dood geheel weg. in aanschouwen over, en is voor altoos de prikkeling der zonde ontwapend en zijn wij buiten haar bereik gesteld." Hoewel Dr. Kuyper dus de heiligmaking erkent te zijn een daad Gods en niet eens menschen, zoo is het toch, dat hij de heiligmaking doet volgen op de bekeering en niet op de rechtvaardigmaking. Echter is het toch waar, dat de heiligmaking vóór de bekeering gaat, wijl de waarachtige bekeering moet voortvloeien uit eene heilige natuur, en die heilige natuur door God in de wedergeboorte geschonken wordt, waaruit de werkzame daden des geloofs voortkomen, bestaande allereerst in een hartelijke droefheid naar God een hartelijk leedwezen en vlieden van de zonde, een hongeren en dorsten, een reikhalzen en schreien naar Jezus, om, gewasschen in Zijn dierbaar bloed, geheel de Zijne te mogen de
eerste
;
zijn
en
Hem
alléén te
mogen
volgen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's