Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 91
RECHTVAARDIGMAKING.
dan door het geloof,
en
81
alzoo
den
in
tijd
En niemand mag, waar Gods Woord duidelijk onderscheidt tusschen het voornemen Gods en de uitvoering van Zijn eeuwig raadsbesluit in den tijd, zich veroorloven, om, hoewel Gods raad en daad één zijn, in zooverre als plaats heeft.
eeuwige besluiten gewisselijk uitvoert, en een mensch, veranderlijk is, te besluiten dat in God en voor God alles reeds van eeuwigheid werkelijkheid is en geschied is, zoodat alles wat zich in den tijd openbaart, eigenlijk de natuurlijke ontwikkeling is van hetgeen in God reeds van eeuwigheid bestaat of door Hem gedaan evenals de takken, de bladen en de vruchten van een is, boom uit dien boom of Zijnen stam zich natuurlijk ontHij
Zijne
gelijk
niet,
wikkelen.
Zou
eene voorsteUing, hoezeer Dr. Kuyper
zulk
van een God der natuur, waarin stelling
vooral
is
vreemd, en het
Wèl van
is
in
en waaruit
Zulk eene voor-
den tegenwoordigen
tijd
niet
zoo
daartoe niet opééns gekomen.
alles wat in den tijd geschiedt, het uitvloeisel eeuwig Godsplan, gelijk de Heilige Schrift overal maar waar v/ordt ons geleerd dat in en voor God reeds van eeuwigheid bestaat, dan in zooverre, als is
het
leert
;
alles
Hij
alles bestaat,
zich natuurlijker wijze ontwikkelt ?
alles
dit niet
zeer gemakkelijk leiden kunnen tot de erkenning
niet
wil,
in
Zijne
oneindige wijsheid en ondoorgrondelijk ver-
zóó voorbeschikt heeft, als ze in den aan ons geopenbaard en door ons gezien worden, en door God zóó voorzien zijn, alsof alles reeds van eeuwig-
stand
alle
dingen
tijd
heid daargesteld ware.
De
mensch, naar iiei: evenbeeld Gods geschapen, van die eigenschap Gods, n.1. in zooverre, als hij de gave van God ontvangen heeft, om hetgeen hij maken wil, te voren in zijne gedachten te zien. En waarom moet nu, daar de Heilige Schrift overal het voornemen Gods van de uitvoering scheidt, door ons, in strijd met de Schrift, gesteld en geleerd worden, dat in God voornemen en uitvoering niet gescheiden kunnen worden ? Zijn wij zóó tot het wezen en de geheimen Gods doorgedrongen, heeft
nietige iets
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's