Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 76
HET GELOOF.
66 wezenlijkheden eene
lijn
van
pven
een
driehoek
wezenlijk
tot
drie
zijn
en de
lijnen,
het wezen van den driehoek
behoort dan de andere, terwijl niet een op zich zelve een maakt, maar alle drie bij elkander gevoegd, het
driehoek
zoo ook hier
trouwen die
is.
kennis,
„De
het
tot
de
toestemming
(zoo vervolgt
hij) zijn
de
wezen des geloofs
w
en
e z c n
1
het ij
k h
v e
r=
e d e n,
even wezenlijk
be-
meer dan de andere deze drie, in derzelver samenvoeging met elkander, zijn het oprecht geloof, dat Gods Geest in de harten der uitverkorenen werkt in hunne krachtdadige roeping. Zoo een eenige van die ontbrak, zelfs voor het minste oogenblik, zoo had het geloof niet zijne wezenlijke natuur en was dus geen oprecht geloof, en bij gevolg een onwaardig en onvolkomen gede
hooren,
vv'rocht
;
eene
hetwelk
niet
wij
;
onmogelijk aan Gods Geest mogen
toeschrijven zonder ons grootelijks te bezondigen."
Dat Comrie, evenals Calvijn, door de kennis een geheel andere verstaat dan Dr. Kuyper, ofschoon, zooals ik hiervoor reeds gezegd heb, deze laatste, door van Comrie te zeggen dat
hij
goed gezien
heeft,
wanneer
hij
de kennisse,
van
de toestemming onderscheiden, weer afzonderlijk ter sprake brengt, blijkbaar dezelfde kennis op het oog heeft, als waarvan Comrie spreekt, moge blijken uit de omschrijving, die hij, n.1. Comrie, op blz. 116 v. v. van zijn pas genoemde verklaring van den Vil Zondag daarvan als
geeft.
„Om nu zoo klaar Sprekende van de k e n n s, zegt hij ons doenlijk is hiervan te handelen, zullen wij vooreerst u meer in het gemeen moeten te binnen brengen, dat deze kennis waarvan wij spreken zullen, niet is eene kennis, die wij door oefening en naarstigheid verkrijgen, door Gods i
:
V/oords te onderzoeken en teksten met teksten te vergelijken en veel over de stellige en beoefenende waarheid te denken dit alles is goed op zich zelf, wij zijn daartoe vermaar plicht, en zoo wij dat nalaten, bezondigen wij ons deze dingen alle te zamen genomen, zijn geene werkoorzaken zij zijn maar van het geloof, noch van de geloofskennis ;
;
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's