Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 284

HET HEILIGE AVONDMAAL.

274 wel

lang na de wedergeboorte eerst plaats hebben Immers indien dit waar is, dan bezit zulk een wedergeborene, hoewel nog onbekeerde, volgens Dr. Kuyper toch het zaligmakend geloof in kiem en die kiem of dat geloofsvermogen wordt immers, volgens Dr. Kuyper, ook bij het kind onbewust versterkt door het Sacrament, waarom dan niet bij den volwassen wedergeborene, ofschoon nog onbekeerd ? Waarlijk, de voorstelling van Dr. Kuyper moet er jaren

kan ?

;

mijns

inziens

toe

dit

Want wanneer,

allen het heilige Avondom hun gedrag maar

dat

leiden,

maal houden, die eenigszins kunnen.

ten

minste

Kuyper leert, het geloofsveronbewust gesterkt wordt door het Sacrament, en dit geloofsvermogen in elk die wedergeboren is aanwezig is, ook al is hij, zelfs op volwassen of meer bejaarden leeftijd nog onbekeerd, terwijl hij toch volgens Dr. Kuyper bij den Doop reeds met Christus in gemeenschap gebracht is, dan volgt hieruit toch noodzakelijk, dat onbekeerden ten Avondmaal niet alleen mogen. maar moeten gaan, die ten minste geen openbare ongeloovigen of goddelooze menschen zijn. Op blz. 240 van hetzelfde werk zegt Dr. Kuyper „Om in de rechte stemming uwer ziel bij het heilig Avondmaal te verkeeren, zult gij dus niet turen op u zelf, noch u verliezen in de herdenking uwer zonde, maar het oog op het Kruis gericht houden en op Hem die aan dat Kruis zich voor u in den dood gaf. „Niet Jezus' beminnelijke persoon, noch Zijn goddelijke mogen,

gelijk

bij

gelijk

Dr.

het kind,

:

en menschelijke natuur zullen

maar ge en als het

zult

Hem

uw

voor u zien

Lam Gods,

ziel

als

en zinnen vervullen,

de

Man van

Smarten,

dat de zonde der wereld wegneemt."

Deze voorstelling van Dr. Kuyper is waarlijk vreemd. Zonder twijfel toch zal niemand in de rechte stemming zijner ziel Avondmaal houden, zoo hij zich niet zelf vanwege zijne zonden mishaagt, en, aan de eene zijde vanwege zijne zondige verdorvenheid vervuld met eene waarachtige droef heid naar God, aan de andere zijde het oog des

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen