Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 207

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 207

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET MONOTHEÏSME.

205

geducht. En eenmaal de éénheid Gods prijsgegeven zijnde, was de dam doorgebroken aan den goeden God èn aan den boozen God werden weldra andere goden toegevoegd, en straks vond de gedachte van een godenwereld ingang bij ;

de heidensche volken. En, in de tweede plaats, kan het Polytheïsme

als oorzaak voor het opkomen gewezen worden op het onvermogen

van van den menschelijken geest, aan zich zelven overgelaten, om vast te houden aan de gedachte van één Goddelijk Wezen in de openbaring van de rijkste verscheidenheid Zijner namen, deug-

De volkeren

der oudheid leeren van Paradijs en Zondvloed zich over meerdere eeuwen uitstrekte, en de zuivere bron dezer traditie dus in omgekeerd evenredige verhouding minder gekend werd, zich langzamerhand voor eiken naam en deugd Gods een „afzonderlijken God" gingen versieren, de den, krachten en werkingen. ons, dat

zij,

naarmate de

traditie

natuurmachten en krachten als even zoovele goddelijke personen vereerden, en aan het einde zoovele goden dienden als er openbaringen Gods in de Natuur zijn. Zoo kwam het Polytheïsme tot bloei, omdat men een afzonderlijken god voor elk hemellichaam en een afzonderlijken god voor elk gebied des aardschcn levens kende, een god van zon en maan, een god van den donder en den bliksem, een god van oorlog en vrede, een god van liefde en trouw, een god van kunsten en wetenschappen, een god van handel en elk

maatschappelijk bedrijf.

Opmerkelijk bij dit alles is, dat toch de ongerijmdheid van het Polytheïsme aan geen der volken op den duur verborgen bleef. Immers, hoe groot of klein het aantal goden ook gedacht werd, men kon de gedachte niet van zich zetten, dat er één hoofdgod, één Oppergod was, wien al de goden en godinnen onderworpen waren, en dat die ééne was de eigenlijke God, hetzij hij met een naam genoemd werd, als Jupiter of Zeus, hetzij hij niet genoemd, maar geheim-

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 207

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's