Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 113

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 113

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

AVERECHTSCHE ONTWIKKELING. Hij

God

zoekt

(DEÏSME.)

i i i

het licht der natuurlijke rede, en aan-

bij

vaardt alleen de resultaten,

bij

dat schijnsel gevonden.

om de nuchtere van opvatting als Rationalisme, om zijn geloof aan deugd en onsterfelijkheid als Moralisme aangeduid. Het Deïsme

in zijn vierde uiting wordt,

verstandelijkheid

God is hoog, oneindig hoog, verheven boven al het geschapene „Waarlijk, zou God op de aarde wonen ? Zie, de hemelen, ja, de hemel der hemelen zouden U niet begrijpen!" :

Kon.

(I

8

Gods leven gaat aan het leven van

27.)

:

dingen vooraf; en wordt door

al

wat aanzijn heeft

is

door

alle

Hem geschapen,

Hem

gedragen. Dit leven Gods nu, dat Hij maan verheven, dit leven, dat eerder was dan, en zich oneindig verheft boven alle leven van het leeft

ver boven zon en

wordt de Transcendentie genoemd. leeft ook in het Heelal: Zijn alomtegenwoordigheid werkt in al 't geschapene, Zijne hand schraagt het schepsel,

Maar God

schepsel, Hij draagt alle dingen, Hij houdt onze levensvlam

brandende, Hij schenkt ons den ademtocht, Hij hernieuwt de krachten; in Hem leven wij, bewegen wij ons en

ons

zijn wij. „Gij omringt mijn gaan en mijn liggen. Gij bezet mij van achteren en van voren. Waar zou ik heengaan voor Uwen Geest, en waar zou ik heenvlieden voor Uw aangezicht? Zoo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik

mij

in

de

hel,

zou

buiten

zijt

daar.

Nam

ik vleugelen des

aan het uiterste der zee, ook daar hand mij geleiden en Uwe rechterhand zou mij

Uwe

houden."

Gij

zie,

woonde

dageraads,

(Ps.

het

139.)

ik

En

geschapene,

dit leven

maar

Gods

nu, dat niet staat

en leven doet, en steunt en houdt met Goddelijke, alomtegenwoordige kracht en macht, heet Gods Immanentie. indringt

en

doordringt,

De mensch

nu,

in

alles

den

alles

bezielt

draagt

staat

der rechtheid, zooals

hij

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 113

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's