Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wetenschappelijke bijdragen tot bevestiging der Oud-Testamentische geschiedenis - pagina 171

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wetenschappelijke bijdragen tot bevestiging der Oud-Testamentische geschiedenis - pagina 171

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

;

,

:

:

DE ZONDVLOED EN DE OVERLEVERING. voedsel,

zocht

130. Zij

door

plaste

zij

water,

het

zij

kraste,

zij

keerde niet terug. 131.

Toen

liet

ik

uitgaan naar de vier windstreken, ofterde

(alles)

offeranden

reukwerk op den top van den berg;

T32. Ik bracht een offerande van

Zeven en zeven drievoeten 134. In hunne bekkens stortte 133.

zette ik daar.

ik

kalmus, cederhout, welriekende

kruiden

137.

De goden roken den reuk, De goden roken den lieflijken reuk, De goden verzamelden zich als vliegen boven den

138.

Maar toen

135. 136.

139. Hief

zij

haar 140.

te

offeraar.

gekomen was,

Isthar van ver

de groote juweelen

(?)

op, die

Anu gemaakt had om

versieren.

„Deze goden," zoo kreet zij, „bij mijn azuren halsketen (lett. den lapis lazuli van mijn hals), ik 2al ze nooit vergeten! Deze dagen zal ik in gedachtenis houden, nimmermeer zal ik

bij

141.

ze vergeten. 142. Laat de

goden komen

143. (Maar) laat Bel nooit 144.

Nademaal hij doen komen.

145:

En

146.

Maar

147.

Zag

zich

tot het reukoffer!

komen

niet

tot het reukoffer!

beraden heeft, maar den vloed heeft

mijn volk heeft prijsgegeven aan de verwoesting."

148. Hij

toen Bel van verre was

hij

gekomen,

het schip, en Bel werd zeer toornig;

was vol

grimmigheid

over de

goden

(en) de Igigi (d.

i.

de geesten des hemels) 149.

„Hoe, een levend wezen" (zoo schreeuwde niemand deze verwoesting overleven!"

hij)

„is

ontkomen!

150. Laat

mond en spreekt den krijgsman Bel:

151. Ninib opent zijn 152. Hij zegt tot

155.

„Wie anders dan Ea doet deze zaak? Ea is in alle listen bedreven." Ea opent zijn mond en spreekt

156.

Hij zegt tot den krijgsman Bel:

153. 154.

151

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 360 Pagina's

Wetenschappelijke bijdragen tot bevestiging der Oud-Testamentische geschiedenis - pagina 171

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 360 Pagina's