Dat de genade particulier is - pagina 19
schelijk geslacht
fessio
Eed.
vrijgekocht
Oriënt.
I
den eeuwigen doem" (Orthod. Con-
van
9.44). Niet daarentegen door de Jansenisten:
„Als
de Schrift zegt, dat Christus voor allen gestorven is, ziet de genoegzaamheid der waardij van zijn dood, niet op de daadwerkelijke beschikking" (Jansen, August. III c. 31). Maar wel ten deele door de Socinianen. De Mennonieten: „Dewijle Paulus kortelij k van alle menschen by Jezus' verdienste spreekt, zoo weten wy niemanden daervan uit te sluyten" (Frotoc. franchenth. p 198), De Arminianen „Verkeerdelijk en ten onrechte wordt beweerd, dat €hristus alleen voor de uitverkorenen zou gestorven zijn" (Arminii, Opera, p. 161). En de Kwakers: „Christus heeft den dood gesmaakt niet alleen voor de enkele personen van het goede soort, maar ook voor alle personen uit alle soorten" (Baeclay, AjjoI. Theol. ver e Christianae, pag. 63). Veilig meen ik dus, zonder overdrijving, te kunnen zeggen, dat, bij nader bezien, in de eeuw onzer nationale glorie, toen er nog theologen van het echte water, en echte theologen bij tientallen, in de kerk van deze landen schitterden, de overtuiging, „dat de genade particulier is" voor alleen Schriftraatig en Gereformeerd gold, en dat omgekeerd, de nu bijna algemeen als orthodox geijkte leer van het „Christus pro omnihus" als een geoordeelde in het duister school of als balling rondzwierf buiten onze grenzen. Een herinnering die mij noodig scheen, om het den lezer verklaarbaar te doen zijn, hoe ik, in weerwil van de ongunst der tijden, toch den moed in mijn overtuiging vond, om tegen velen en schier allen in, nochtans onbewimpeld en met vrijmoedigheid, wai mij naar Gods heilig Woord als waarheid geldt, uil te spreken, te belijden en aan te dringen in eenigszins uitvoeriger pleidooi. dit
op
:
II.
WAAROVER HET GESCHIL Gode bekend.
zijn
al zijne
LOOPT. werken van eeuwigheid Hand. 15 18. :
Bij een uiterst gewichtig stuk uit Gods heilige waarheid, als met de „particuliere genade" ter sprake komt, is uiteraard voor alle dingen noodig, dat men de quaestie waarover het geschil onder de broederen loopt, helder inzie en deugdelijk versta. Daarom zal dit tweede artikel niet verder strekken, dan om het vraagstuk, waarvoor wc met deze quaestie staan, duidelijk uiteen te
zetten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 270 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 270 Pagina's