Het heil in ons - pagina 113
103 aan door deze eere-benamingen een eere-certificaat aan de enkele personen dezer gemeente uit te reiken. Veeleer toont hun onverbloemd kastijden van allerlei ruwheid en zonde, dat er aan het „volmaakte," helaas, nog maar al te veel ontbrak. Maar optredende met een Evangelie, dat het heil niet uit den mensch deed opklimmen maar van God nederdalen, laten ze van dien heiligen canon ook in hun eeretitels niet af, en qualificeeren ze hun volgelingen niet naar wat in hen gevonden, maar door hen beleden wordt te vinden te zijn in
God Aan
deze eerste beteekenis van volmaakt het naaste verwant
is
het
volmaakt zijn in Christus. Elk Christen is dat.
Ook
de pas bekeerde. hoe hard het ook schijne, we moeten het ternederschrijven, zelfs het afgedwaalde kind dat weer zoo schrikkelijk afdoolde en het goed zijns vaders ombrengt in een ver en vreemd land. Ja, zoover reikt dit „volmaakt in Christus," dat onder de nog niet geborenen, ook het geslacht van Gods kinderen, dat eerst hiernamaals het levenslicht zal aanschouwen, nu reeds in de lendenen van den Messias als „volmaakt in hem" besloten is. Dit volgt onmiddellijk uit den aard van de „mystieke unie" en uit het mysterie van Christus' plaatsbekleeding. Immers, zijn werk moet niet meer volbracht worden, maar is volbracht. De verzoening is verworven en daarmee de reinigmaking en de heiligheid te weeg gebracht. Hij is gekomen om den wil des Vaders te doen en heeft dien gedaan, en dat centrale, heerlijke, vlekkeloos reine menschelijke leven, dat hij uit den dood opgebracht en, in ons menschelijk vleesch, in den hemel heeft ingedragen, dat leven is nu de fontein en sprinkader waaruit eeuwiglij k de leden van het lichaam Christi het levensbloed hunner ziele zullen indrinken, of wilt ge, de goddelijke onuitputtelijke marmergroeve, waarin het heilig beeld van al Gods kinderen nu reeds besloten ligt. Met de werkelijke al of niet volmaaktheid der Christenen op aarde heeft het dus volstrekt niets te maken, zoo dikwijls hun een volmaaktheid wordt toegeschreven in Hem. „Hun leven is met Christus verborgen in God," en al de arbeid hunner ziele moet maar zijn, om van wat op aarde, ook aan henzelven nog is af te komen en door het geloof zich met dat leven in Zelfs
Christus te vereenzelvigen.
„Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij !" blijft hun wachtwoord, en dienovereenkomstig kan hun toegevoegd: „Gij zij t volmaakt in Hem die het Hoofd is over alle overheid en macht!" of wilt ge, sterker nog: „Gij zijt afgewasschen, gij zijt geheiligd, gij zijt gerechtvaardigd in den naam van den Heere Jezus Christus en door den Geest onzes Gods."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 270 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 270 Pagina's