Nadere verklaring - pagina 23
IV
Oordeel van den heer VAN NISPEN TOT 8EVENAER Door de mededeeling
M. de V. gedaan,
heer
Waalwijk, de
Loeff, tevens
aan de Kamer heeft
u
die
de
haar bekend, dat
het
is
(Nijmegen).
afgevaardigde
geachte
van
voorzitter
de
uit
Katholieke
namens de Katholieke Kamerfractie spreken zou, is geworden. Door die ongesteldheid ben ik gekomen voor de moeilijke noodzakelijkheid om hier het woord
Kamerfractie, die
plotseling ongesteld
te
is
voeren.
Nu om
wil
zeggen, dat het geenszins mijn bedoeling
dadelijk
ik
nemen aan
deel te
het politieke debat, dat hier de laatste
dagen gevoerd is. Daartoe mis ik thans de noodige voorbereiding, en ook omdat ik in deze dagen een enkele maal de eer zal hebben als uw plaatsvervanger op te treden, wensch ik mij ook van deelneming aan het politiek debat te onthouden. Ik wensch alleen een kort woord te zeggen naar aanleiding van hetgeen dezer dagen behandeld is in verband met de zaak waarin
dr. ik
allereerste
Kuyper, genoemd
begin deze zaak aan plaats aansluiten
vaardigde
uit
Goes, den
„Wie oordeelen
zeide:
uit
is.
bij
te roeren, daar wil ik mij in de de juiste woorden die gesproken
de vergadering van Vrijdag
in
zijn
naam van den geachten afgevaardigde
de
steeds
Ommen, Waar
heer
1.1.,
de
door den geachten afge-
Savornin
Lohman,
die
toen
wil in zulk een quaestie, moet ook
inde oogen van het publiek geheel vrij en onbevooroordeeld zijn, en ook onbevooroordeeld staan tegenover den beklaagde. Maar wie is in een
lichaam tegenover een medelid en een partijleider
politiek
werkelijk geheel onbevooroordeeld?"
te
door den
van zijn
ken
den
jaren
onze
zijn
juiste
geachten
Troelstra
geteekend
is
lange
heer
die
woorden van den geachten
Goes mogen gelden, dan
uit
tegenover
zijn
juist
iemand
tegenover
Als
afgevaardigde
als
zijn
in
een
heeft
en
wil
historie,
ik
wel
Ommen,
die
uit
rede van Donderdag nog zoo
groote
stempel
schijnt het mij
afgevaardigde
politieke
gedrukt
figuur, die sedert
op een groot gedeelte wiens optreden in
er bijvoegen,
veelzijdigheid en zijn kracht de meest tegenstrijdige indrukheeft
optreden zichte
gewekt van
bij
de
leden
dezer
Kamer en
jarenlang gaandeweg een stemming
die door het te
zijnen op-
Wij moeten trachten bij de bespreking van deze zaak ons hoofd koel te houden en wij moeten daarbij geen woorden spreken of daden stellen, die de gedachte zouden heeft
gevestigd.
kunnen geven, dat
bij
sommigen onzer
dige gevoel van onpartijdigheid.
niet
zou bestaan dat noo-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's