Practijk der godzaligheid - pagina 64
66
En
op
die
Christus
keur
den
allerlei
nu is geen ander antwoord, dan dat de kerk van zin heeft vast te stellen, opdat niet moedwil en willeinvallen en dwalende meeningen voor Schriftwaarheid
vraag
uitvente en met de vlag der Schrift dekke. Vlak verkeerd en onnadenkend is het dus, te zeggen: „Door de kerkbelijdenis te handhaven, schuift ge de Heilige Schrift op den achtergrond !" want juist de kerkbelijdenis is de godvruchtige waak-
afgewekene, beletten wil de Heilige Schrift te ondermijpoogt, wat gij bedoelt, is om uw particuliere denkbeelden over de Schrift voor den wezenlijken inhoud en de eigenlijke bedoeling der Schrift in de plaats te zetten. En dat nu moet u worden belet. Daarin dient gij tegengestaan. De Schrift mag niet anders uitgelegd dan naar haar innerlijk bestand en overeenkomstig haar door den Heiligen Geest gegeven inhoud. Indien nu A b.v. zegt: „De Schrift leert de particuliere genade!" en B wil daar niet aan, en poogt nu, met de vlag der Schrift zijn valsche opinie van algemeene genade te dekken, dan moet dit niet uitgemaakt door een duel tusschen A en B want A en B zijn maar twee kortzichtige, voorbijgaande persoontjes, die geen van beiden 'tzij genoeg taalkennis, 'tzij genoeg exegetisch talent, 'tzij genoegzame bevatting der waarheid hebben, om zulk een, heel den inhoud der Schrift rakend vraagstuk persoonlijk te beslissen. En daarom is er dan een belijdenis. Een iDelijdenis, die de geestelijke vrucht toont, die dank zij den arbeid des Heiligen Geestes in de gemeente der eeuwen, van lieverlee in haar bewustzijn en in haar overtuiging gerijpt is. En zoo dikwijls er nu een revolutionaire geest opstaat, die vlak tegen deze overtuiging der eeuwen, het juist andersom belijden wil, dan treedt de kerkbelijdenis dezen overmoedigen mensch in, den weg, en voegt hem toe: „Neen, niet alzoo. Gij zult den zin der Schrift niet der wijs verderven!" Hiermee is dan natuurlijk niet in volstrekten zin uitgemaakt, dat er in de tegenspraak van dien revolutionairen denker niet ook wel iets goeds, ook wel zeker bestanddeel van waarheid kan schuilen. Waarom niet? Met die pretentie trad de kerkelijke belijdenis dan ook ganschelijk niet op. Slechts zooveel beweert ze, en beweert ze terecht. Vooreerst, dat de hoofdlijnen vast liggen en nooit of nimmer meer verlegd kunnen worden, zoodat bv. een ommezwaai van de particuliere naar de algemeene genade voor de kerk van Christus onmogelijk is. En ten tweede, dat deze overmoedige persoon, hij heete dan A of B, elk recht mist om zijn particuliere opinie op één lijn met, of zelfs hoven de belijdenis te stellen, en dat niet zijn particuliere opinie^ maar alleen de kerk wettig dajirtoe saamgekomen, de uiting van de overtuiging der Christenkerk mag wijzigen in vorm, om ze te vaster en te passender uitdrukking te doen worden voor haar onvergankelijkcn en on veranderlijken inhoud. ster,
die Uy
nen.
Wat
gij
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 272 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 272 Pagina's