Een midden-eeuwer in onze dagen - pagina 9
lastige
dat
is
begin
een van onschoon gaan, dan op het
Dit geeft tweeslachtigheid
dus
onevenwichtig,
eind
tot
been
eene
bestaan.
zij
Maar het
klankrijkst Hollandsen zijn gewijd.
sappigst,
zwierigst,
;
religieus-mystiek-getinte historische bewondering,
der
dan op het andere der onbemantelde antipathie.
Dr. Kuyper's onuitzegbare haat tegen de staatkundige denkwijze, die
met de
liberale,
tegen de gevoelssfeer, die met de humanis-
worden aangeduid,
tische pleegt te
is
van Nederlandsche vermaard-
op zeker punt een vechten West-Europa aanvaarde Rechtsstaat of, zooals de Doctor zegt, die alle liberale termen in haat verwringen moet, de „juridische staatsformatie" (blz. 47) met zijne grondwettelijk gewaarborgde vrijheid van denken en vereenigen, met zijne volkomen gelijkheid voor de wet van alle burgers, beginselen van .wetgeving door vroegere vrijzinnigen op vroegere geest-
ook voor dezen haat
heid. Toch,
de
tegen
bierkaai.
Dit
is
de
is
in
er
heel
verwanten van Dr. Kuyper bevochten. Wat doet tegenover zulke geconsolideerde overwinningen? een
schrander
een
man
als
zijn haat,
staande
Het eenige wat
Van past: faire bonne mine a mauvais jeu. zich bij een hij niemand, dat verwacht Kuyper Dr.
man
algemeene Joden-beoordeeling op liberaal-humanistisch standpunt stelt. Maar rondweg een antisemitisch standpunt aanvaarden, ook Men is niet voor dit heeft voor onzen Doctor zijne bezwaren. Men moge voorts niets Nederlander en op z'n tijd bewinds-man. alle
meer haten
liberalisme
het
hoe
Doctor,
pest, zelfs dit stram,
onwillig
hoofd
te
Er
buigen.
is
meer.
heftig anti-revolutionnair ook, gaat uiterst
voor een achterlijk
man
door.
„Niemand
ook,
eenzijdig
gaarne,
van
hij
vindt
veelzijdigheid
revolutionnaire
schoteltjes
Eene
den Gedanken",
Ibsen het eens noemde, met moderne denkbeelden. iets
Onze
ongaarne
wil hier reactie".
zijner geestelijke liefhebberijen is het „spielen in
zooals
weer-
heeft voor de periodieke noodzakelijkheid van het
gemoed
barstig
Liberalisme
dan de
Hoe
moois en toont het
gelikt
te
hebben.
Zoo
drong het een en het ander ook tot critiek op het antisemitisme. Om deze algemeene karakteristiek van „Het Probleem" te besluiten Toen Dr. Kuyper zich aan het schrijven van zijn „Probleem" zette, had hij in zijn credit een buitengewone pen, in dialectisch proza bizonderlijk geconfvjt, een lenigen sterken geest en een hoop :
literatuur.
5
In
zijn
debet de innerlijk onvaste houding tegenover
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 76 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 76 Pagina's