Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heils termen - pagina 263

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heils termen - pagina 263

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

253

Aan de

vertrouwdste zijner jongeren viel de heilige eere te getuigenis voor den Christus aan zijn Gemeente over te brengen, edoch, onder deze uitdrukkelijke beperking, dat ze vooreerst dit getuigenis des Yaders, al wat zij gezien en gehoord hadden, als stille verborgenheid voor zich zouden houden, "om het eerst later wereldkundig te maken, en als tijdstip voor de openbaring van deze geheimenis wees de Heere zelf hen op zijn verrijzenis uit het graf. Dan eerst als Hij uit de dooden zou zijn opgestaan, zou het opgelegde stilzwijgen een einde nemen; tot zoolang echter moest dit met heiligen eerbied bewaard blijven: „Ziet toe, dat ge niemand van dit heilig en hoogheerlijk tafereel iets zegt, dan wanneer de Zoon des menschen zal zijn opgestaan uit de dooden." beurt,

dit

drie

goddelijk

Waartoe dat stilzwijgen? Waarom, zoo vragen we onwillekeurig, moesten zelfs de overige jongeren tot aan zijne opstanding van deze uitnemende oogenblikken in Jezus' leven onkundig worden gelaten? Zou niet de houding der drie discipelen, ook na Thabor, ons reeds op den weg brengen, om deze bedenking op te lossen? Zij hadden 's Heeren heerlijkheid aanschouwd, de allesbeheerschende levenskeuze van den Christus kon hun geen geheim meer zijn, de stemme des Vaders zelf had Hem voor hun ooren als den Zoon zijner liefde uitgeroepen, en toch ze hebben den geestelijken achtergrond van het mysterie op Thabor nog niet ontdekt. Hun oog heeft een heerlijk schouwspel gezien, maar waarvan het zielsoog de kern nog niet doorglimrd had. Hun oor heeft een heiligen klank opgevangen, maar waarvan het geestesoor den diepen toon nog niet begrepen heeft. Als onze kinderkens zijn ze, wien we een lofzang voor „Vader, Zoon en Geest" op de lippen leggen en die we van het „heilig Godslam" zingen laten, al weet ieder dat hun jeugdig gemoedsleven nog geen opening heeft voor de goddelijke heilsgedachte,

die in deze aanbiddelijke namen schuilt. Zie Petrus Het is veel, zoo ge va Thabor ook maar eenig verschil ontdekken kunt met den blinden hartstocht des ongeheiligden geloofs, dat hem het „Sathan! ga achter mij !" ten verwijt berokkende. Nergens een blijk, dat de openbaring op Thabor hem tot ontsluiting der ziel !

geworden. Integendeel. Het is of zijn opzet nog moedwilliger wordt. overmoedig betuigen: „Al zouden ze u ook allen verloochenen, ik nietr dat schier oneerbiedig tegenworstelen „Heere! mij zult Gij in der eeuwigheid de voeten niet wasschen!", dat ongeestelijk grijpen naar het zwaard bij Kedron's beke, dat verlaten van den Heere in zijn bangste oogenblikken, dat onmanlijk zich schuil houden onder de hoogepriesterlijke wacht, dat klein zich aanstellen alsof Hij aan Jezus vreemd was, het driest betuigen dat hij den Galileër niet kende, dat verwaten aangrijpen van vloek en eedz wering, om niet als volgeling van den Christus bekend te staan; wilt ge meer nog, dat zich schuil houden in Jeruzalem, op het oogenblik dat de Christus is

Dat

:

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Abraham Kuyper Collection | 294 Pagina's

Heils termen - pagina 263

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Abraham Kuyper Collection | 294 Pagina's