Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dat de genade particulier is - pagina 253

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dat de genade particulier is - pagina 253

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

243 zij ontleend aan „de schepen die dansen op wateren." Ziehier een bij uitstek, zeldzaam kundig stuurman, een zeevaartkundige van ongeëvenaarde bekwaamheid, een scheepskapitein van lange ervaring, in de praktijk om „stormen en klippen vergrijsd. Die man commandeert een schip. Er komt te ontkomen" een moment van spanning. Laat het gevaar van storm of van aanzeiling of van stranding wezen. En al de passagiers op het schip

Een ander voorbeeld

de

g-roote

worden bang. De schrik slaat hun om het hart. Maar hij zegt hun met een kalm en open gelaat: „Weest maar niet bang, lieve vrienden, als ik daar met Gods hulp het schip niet door kon brengen, zou het wonder moeten wezen", en stil gaat hij zijn gang en geeft rustig al zijn orders en verzuimt niets wat ter redding dienen kan, .... en nu komt het schip er ook door. Hij was on wederstandelij k die zie, varensman! Maar hoe? Door van de middelen af te zien? Door inspanning te sparen? Neen, zeg ik u, maar juist door niet één eenig middel

En

verzuimen, dat tot goed gelukken dienen kon. ge, neem er dan nog ten slotte het beeld van den vaar-

te

wilt

digen

ruiter

bij,

die in Arabiës woestijnen geleerd heeft, het wildste

met zoo vasten greep te bedwingen, dat letterlijk geen paard hem meer uit het zaal lichten kan. Ook tegen dien nu valt op het laatste niet meer te doen. De vurigste, wildste hengst legt het ten laatste tegen hem af. En de ervaren rijder kan ten slotte zonder grootspraak ros

„Dit

zeggen:

weet

standelijk geworden.

ik,

er

af krijgen ze mij niet!" Hij is onwederniet doordien hij

Maar on wederstandelij k heusch met zijn hand te stieren, maar

juist doordien hij ophoudt de teugels met zoo machtigen greep hanteert, zulk een kracht in de knieën zet, zoo tooveren kan met de sporen in des paards lendenen, en met de vlugheid en lichtheid van zijn bewegingen eiken stoot en eiken schok van het paard tart. Ook hier dus onwederstandelijk, niet zonder, maar juist door de middelen. Na krachtspanning. Als triomf. En komen we van deze beelden nu tot onzen God in zijn worsteling met den zondaar, terug, tot Hem van wien het bij Hosea naar ons laatstgekozen beeld heet: „Ik zal Efraïm berijden^' dan voelt een

die teugels

toch,

ieder

vlootvoogd, bleef,

de

kleine

ruiter,

onzekerheid

omdat

ze

die

bij

dien veldheer, dien

menschen waren, nog

altijd

over-

God

volstrekt wegvalt. Moltke had zich nog A-ww^iew vergissen.

bij

Von kan

dat

dien

zijn kracht overschatten.

Een

ruiter

Een scheepskapitein kan een ongelukkig oogen-

blik hebben.

Maar bij God kan dit alles nu juist niet. Een mensch blijft altijd maar tot op zekere hoogte zeker van zijn zaak. Maar dat „zeker zijn van zijn zaak" is bij God constante regel, vaste wet. Hij

Doch

j i -i » alleen in volstrekten zin „t)E Onwederstandelijke „onwederstandelijk" niet omdat Hij op de gis af toetast, maar is

daarom

.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Abraham Kuyper Collection | 270 Pagina's

Dat de genade particulier is - pagina 253

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Abraham Kuyper Collection | 270 Pagina's