Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 678
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Deo (Pars Altera.)
244
niet
georigineerde
het
in
wezen een tweede wezen, onderscheiden naast
het
origineerende ?
Denk dat
in
met
het
u slechts in
wanneer
gij
Wanneer dus God de Heere door
zij
Wezen
de
De
fout
van
al
er
is is
dan
identiek
laten
schuilt
het Goddelijk
zelfbewustzijn, waarin Hij zijn
Wezen
die, in
hierin,
buiten het Goddelijk
hoe weinig ook, zich
strijd
met de daad van
geheel obiectiveert.
nu noodig
zal het
dan ook alleen
Wezen
vallen. Daarom is elke voorstelling, wezen poogt voor te stellen, geheel
Ter nadere adstructie
Zoon een
meer zichzelven obiectiveeren,
de kettersche secten, zooals de Sabellianen,
van
zelfobiectiveering
dubbel
Gods
Neen, het
zich te obiectiveeren in den Hij niet
Emanatisme, het Tritheïsme, Arianisme etc,
een
j
dan zou
ontstaan,
liet
maar een ander. dat
opwekt,
in u
wezen.
tweede wezen het
bewustzijn
zelf
een tweede wezen ontstaan naast u ?
„mijzelf"
uw
:
zijn,
dat wij overstappen op het
aesthetisch gebied. 1.
een
Zoolang wij in ons denken bevangen blijven, hebben wij nog maar met vorm van ons menschelijk bewustzijn te doen, maar de menschelijke
geest heeft niet enkel den denkenden
hebben
theologen, die dit
begrippen,
alleen
niet
geheele
verbeeldingsleven Schrift
beeldspraken
vertoond
meer gegeven 2.
Gaan
nissen,
wij
door
dat
ook
wel
loonend
om
te
bijna
veel
verwaarloosd,
door
blijkt
is,
zij
te
;
wij
vooral door
gezet hebben,
onvergeeflijker
nooit de Openbaring geeft in den
dien der verbeelding
vorm
denk aan de symbolen,
heel de Openbaring, aan de typen waarin
het
aanstonds dat de Openbaring dus veel
tot
op den Christus, dan zien wij
gebruikt, en uit den symbolischen
allereerst
Ook
dringen.
nog verder
Hem
Hij
Nu
den vorm der verbeelding.
in
is
in
etc.
dan
is,
veel
ons
van het denken, maar steeds Christus
voorstellingen.
een geheel verkeerd begrip de aesthetica op
uit
omdat de Heilige visioenen,
vorm maar ook den verbeeldenden vorm,
maar ook
in
hier
vorm van
uit de^e/(/"/:e-
zijn onderwijs,
de verbeelding van den mensch aangrijpt.
Het
is
dus
dat aesthetisch leven van den menschelijken geest in te ligt
weer door analogie eene
illustratie
van het mysterie
dat wij bespreken; wij beweren nooit, dat iemand een mysterie kan verklaren,
maar wel, dat het naaste
Wat plaats,
het
is
Wanneer
hij
het
kan illustreeren en de voorstellingen oproepen, die er
mede overeenkomen. er
dat
in
er
verbeeldingsleven,
het leven van den idealen kunstenaar? den eminenten kunstenaar eene conceptie is, dan heeft er dit eene Goddelijke vonk hem van binnen aanraakt, iets wat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's