Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 476

LOCUS DE FOEDERE.

82 de toelichting kan

Bij

de idee

de

tot

de volgorde der paragraaf genomen worden, van

niet

maar moet analytisch van de

feiten,

feiten

naar de idee voort-

geschreden.

42

Jesaja

In

Tnn

is,

wordt

die

voorgesteld

persoon

menschelijk

vragen

koning

naar

een,

als

zijn

valt.

van

Neen, hier

God, en wordt hier nochtans

is

wien niet langer aan een gewoon Van hem toch worden dingen gezegd,

bij

thuis

Israël

Dat

leer.

aardsch profeet of koning.

nu

sprake van een nay, en deze n^y, die daar de

denken

te

geen gewoon

bij

eilanden,

we

vinden

1

:

in

is

hooren

:

de heele wereld, de

met het karakter van een

strijd

blijkbaar de Messias aangeduid.

is

Hij

een verhouding, die niet

als 12]) betiteld,

uit

het God-zijn als zoodanig kan voortvloeien. Dat toch kan onmogelijk de oorspronkelijke In

1

verhouding Petri

1

Ze

zijn.

20

:

is

wezensgelijk.

zijn

sprake van

Wie

het anders zegt

is

Ariaansch.

dus van vóór de schepping.

irpó y.xTx/3sA?,c y,ÓG-/u,su,

Desniettegenstaande komt de Christus hier voor onder het beeld van een lam, dat zijn bloed

moet vergieten.

Nu

is

ze

heerschappij

Hij is daartoe

Messias; en der wereld

mend en

over

was

Hij

menschen aan.

de

gezalfd

Trpó Y.xrc(.fio'kr,q

Nu

-Kba-fxcv.

Tcv KÓa-fxcv.

:

brengt

Reeds vóór de schepping

Y,b<Tfxoit.

hij

En

Spreuken 8

Nu wordt

:

a^/a^'w

is

als

i'v

in

de oeconomia divina.

ó ;rar>„<j /jy/ao-s

iemand een teeken geven, dat

ter offerande is

bestemd.

hij

xxj a^éo-re^Aev

opgeschreven

Dat gaat vooraf aan de

is

aTrcrrroXri

duidelijk blijkt uit het verband, dat deze tot offerande veror-

Het

is.

23 vinden

een zoon door

indienststelling.

ingenomen

36 komt de Christus voor

dineerde Gods Zoon In

al

het teeken van den

was alzoo de zonde aan God bekend. Gods kennis is niet waarnemaar uit het decreet, uit Zijn wezen, en dus is de plaats van Ge-

ten doode, dat ztq

onder God, is

praevisa,

Johannes 10

rov

v.q

n.l.

Die zalving

zalfde door Christus reeds van eeuwigheid af In

dus gezalfd vóór de schepping.

zalving altoos een teeken van dienstbaarheid,

Toch

kleeft

we

zijn

dus aan het Zoonschap.

hetzelfde.

Hier valt de nadruk op de zalving.

vader niet gezalfd.

Zalving

staat hier, dat ze plaats heeft

is

het teeken van

gehad van eeuwigheid

af,

van den aanvang, van de oudheden der aarde aan.

I.

Uitgangspunt voor deze paragraaf

Maar

is

de constitutio Mediatoris. De bewijs-

komt hier niet zoozeer aan op het citeeren van teksten als wel op het vatten wat erin zit. 't Zit daarin, dat er gesproken wordt van achter de schepping. Van een zalving en dus in dienst treden van den Zoon, wat nooit kan gelden van den goddelijken persoon als zoodanig. De subordinatie, waarvan hier gesproken wordt, kan niet liggen in het Goddelijk Woord zelf, maar moet haar grond en oorzaak hebben in een plaatsen

ervoor

zijn

geciteerd.

't

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen