Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 78
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Deo (Pars Prima.)
60 Daar komt
in
de Heilige Schrift nog een „Bindeglied"
soon des Middelaars.
om
worden, maar
te
worden
Wij zijn
rr,g
Tiffx-fMoptpo'.
Christus toch heet in tweeërlei zin de
de tweede
als
menschelijke
Persoon Christus"
zijn
als het
eeuwige Woord,
Rom. 8
nu
er
dan
zijn,
29 sprake van
:
dat
is,
wij
van Christus gezegd naar het
dit niet
is
in
de Drieëenheid, maar
i.
In dien laatsten zin
wordt Christus
waar zeer bepaaldelijk sprake :
nl.
Hem gezegd naar zijn menschelijke natuur. Cf. Catech. vr. 33: „,.. wij om zijnent- (d. Christus') wil, uit genade, tot kinderen Gods aangenomen".
van
1
Zone Gods,
Zoonschap van den tweeden Persoon
oorspronkelijk
namelijk de per-
vermaand,
de Goddelijke Drieëenheid, maar ook naar zijne
in
Wanneer
natuur.
van
„broeders
bij,
om Gode gelijkvormig te vy.zyzqryj'J.z'j xurz-j. Men versta dit wel.
niet
„£?'>eoji/
?ïtzli"
genoemd
van den Logos incarnatus.
is
met terugslag daarop Rom. 8
15,
rdü
:
29, en
Cor. 15
1
in
Cf.
2 Cor. 4
:
4,
ook Coloss.
49.
:
Hierin bestaat dus het ware wezen van de religie, dat men tweeërlei heeft, n de m id d e p u n t v ed e n de kracht in de dependentia en de m d d e p u n t z o e k e n d e kracht in het kindschap, welke beide zijn vereenigd in de schepping van den mensch naar Gods beeld. 1.
i
Intusschen
3.
wordt
1
1
1
woord „Godsdienst"
het
i
of „religie" in onderscheiden
zin gebezigd.
Men kan
a.
nl.
spreken van „religie"
king tusschen den mensch en
Ook kan
/?.
mensch
te
Het
duidt
om
uit te
drukken de bewuste betrek-
God.
het bedoelen alles,
bemerken
levenswandel en y.
zijn
wat
als
gevolg van die betrekking
en naar buiten uitkomt,
is
nl.
zijne
bij
belijdenis,
den zijn
zijn eeredienst.
ook aan datgene wat den mensch inzake
die betrekking
met
andere menschen verbindt; men spreekt dan van de gereformeerde, Roomsche, Luthersche
een
etc.
een
stel,
religie,
systeem
waarmee men van
uitdrukt eene
stellingen, gebruiken,
„statutarische Religion",
levensvormen en
culte, dat
eenige menschen verbindt.
moet men nu wel onderscheiden tusschen dit drieërlei begrip, toch is volkomen duidelijk, dat alleen de beteekenis, sub x genoemd, de oorspron-
Al het
kelijke
en
wanneer gaan,
geheel T\)T\'^_
|3
reëele is;
de beide laatste beteekenissen
zijn afgeleid.
We
moeten,
wij over „religie" handelen, dus altijd tot die eerste beteekenis terug-
tot
de bewuste betrekking tusschen
overeen en
D"'n^N
met
wat tevoren gezegd
dW, welke
alle drie
God is
en den mensch.
En dat komt
over de uitdrukkingen
op die betrekking wijzen.
tv\tv
nay,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's