Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 596
college-dictaat van een der studenten
:
Locus DE Christo (Pars Prima).
48
namen van Christus voorop door geeft men dadehjk
of achteraan in de Christologie behandel.
men
i<ennen wie
te
den Christus durft onderzoeken
;
die
Hem noemt
dan onder die velen de uitnemendste, die
Daar-
Die Theologie, die analytisch
is.
„één
Hem
schift
uit ;
velen", ook
neemt
die
al is Hij
ge-
allerlei
sprekken, onderzoekt Zijn leven en zoekt aldus eene philosophische constructie
Na
te erlangen. sie,
men
dat
de
Terwijl
onderzoek voltooid
dit
gebruikt den
liefst niet
Christelijke
het
tische
methode
Theologie, die,
univocum onder
eenige
hoort,
verfoeit.
zoekt
Zij
hebben, komt
te
naam alle
univoca
niet
een naam, maar
van Jezus, Christus, Heere, Immanuel, en zij
niet
zij
door
met
van
beeld
een
zich
als
voor
aan
zij
de conclu-
tot
altijd
zich heeft, de analyzij
Hem
voor
persoon
Zijn
noemen van dien naam in contact. Daarom
het
men dan
maar den naam Immanuel. wanneer zij den naam van Christus Jezus,
den naam
heeft
denken
wil, begint
te stellen,
maar komt
weer met den
heerlijken persoon
noemen van dien naam, waardoor altijd weer de gedachten over Christus moeten gewekt worden en de teedere innige gemeenschap met Hem in ons hart moet gebracht worden. Wij kunnen hiervan bij ons zelf de proef nemen alle philosophisch geredekavel brengt nooit eenheid maar wilt gij den persoon voor u laten treden, noem dan telkens en telkens weer Zijn naam, en dan eerst gaat het mysterie van Zijn wezen voor u op. Aan die vraag nu, of men moet beginnen of eindigen met de nomina Sal-
van dien Christus
het
is
't
;
;
daaraan
vatoris,
kunt
afmeten of onze Christologie wortelt
gij
in
de wijsbe-
woord Gods en opwast door het geloof. Wij zagen thans hoeveel beteekenis de namen van den Christus hadden wij willen dit nu ook aantoonen uit de Schrift. In het Nieuwe Testament is de uitdrukking „gelooven in zijn naam" de formula trita voor „gelooven in Hem" „gedoopt worden in zijn naam" voor „gedoopt worden in den Heere Jezus". „Wie om mijns naams wille zal gehaat
geerte of in het
;
:
:
worden,
zal
;
vervolgd
zijn,
zal
gegeven hebben akkers enz."
kingen treedt de naam op den voorgrond. „Er
naam, die onder de menschen gegeven
den"
;
de vergeving der zonden wordt ontvangen „door
des Heeren"
;
de Apostel zegt
Heeren Jezus"
hij
;
meende
:
vergeven
geprezen
in
„zij
zijn
hun midden
sommigen duivelen „in
om
zijnen
naam" zijn" uit
;
;
uitdruk-
naam"
;
die zich
Naam
den naam des
den naam van Jezus van Nazareth
eertijds „tegen
Zijns
zijn
„Ik ben bereid te sterven voor
;
de Apostel getuigt
:
hoe
„Hem
een
allen naam is" Johannes zegtj dat de zonden naams wil" de gemeente van Pergamus wordt Naam houdt" waar er gebeden wordt, moet dit
welke boven
zijn
omdat
geschieden „in Hij
is,
in al die
hebben overgegeven voor den
te
vele wederpartijdige dingen te moeten doen"
naam gegeven
;
onder den hemel geen andere
door welken wij moeten zalig wor-
is,
wijden aan Christus heeten „hunne zielen
ons
is
;
;
;
„waar twee
„in zijnen
of drie
vergaderen
in zijnen
naam wordt geprofeteerd en
geworpen"; Petrus zegt
tot
den kreupele
in
naam,
zijn er
zal
door
den tempel
den naam van Jezus Christus, den Nazarener, sta op en wandel
!";
Paulus
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's