Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 996
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Christo (Pars Tertia).
180
toch organisch saam met het algemeen regiment over de volken. Ps. 2
het
maar ook van
den Middelaar en nu breekt
Zijn gezalfde,
genadeverbond door: „Zie
Dat
sprake
is
vs.
4
heb toch mijnen Koning gezalfd over Sion."
Ik
God
over de heidensche volkeren wordt hier dus door
regiment
in
in
God
van de heidensche volkeren, die de banden verbreken willen van
1
:
alleen,
niet
Er
zelf in
organisch verband gesteld met Sion's koningschap.
Thans
zullen wij overditsionitisch koningschap spreken, waarbij het er slechts
om
op aankomt
de linea recta
Einddoel van
te
volgen
;
koningschap moet
dit
dan vallen de moeilijkheden van dat het koningschap
zijn,
—
den mensch gelegd maar door de zonde verdorven
ping
in
men
glans
en
schittering
terugkeere
en
weg.
zelf
de schep-
bij
weer
in
volko-
zoo versterkt en gezuiverd, dat het
in den mensch gelegd, mensch geen andere kracht ontving dan uit God en geen andere kracht gebruikte, dan die God hem schonk dat hij met die kracht
meer vallen kan.
niet
bestond
de
dat
hierin,
Dat koningschap nu, oorspronkelijk
;
God
over
oefende
heerschappij
de schepselen en de hulde dier kracht alleen aan
mensch dienen, opdat de mensch zijnen God zou dienen". Dat nu moet weer einddoel zijn er moet komen een zuiver menschelijke heerschappij over alle creatuur, doch niet door uiterlijk geweld, maar door kracht uit God ontvangen. Adam in 't paradijs met wilde dieren verkeerende zou geen stangen of stokken noodig gehad hebben, maar ze zoo „Alles moest den
toebracht.
;
door
hem werkende kracht beheerscht hebben. Alle oorspronkelijke heerwas macht uit het geestelijk centrum van 't menschelijk leven. Nu
uit
schappij
zonde
de
de uitstraling daarvan belet
om
hand genomen
maken
—
middelen Stelt nl.
't
;
kort
die
tot
stichting
kracht. het
rechtstreeks
—
violentiae per
goed
en
wezen
uit
hadden
;
—
het
bestaande
zijn
van een
werk
rijk,
coeli,
waarin
ter
van
oog het wild onEr
wezen
het centrum van ons
regnum
is
uit-
een ander door uitwendige hulp-
krijgt
men
tweeërlei
regnum
vim manus en het regnum per hépycixu terrae en het
—
virtutis
regnum coelorum.
Het
dan zoodanige heerschappij, dat het krach-
rijk
door rechtstreeksche
doet, terwijl het eerste een
energie
regnum
is,
van het dat leidt
dat uitsluitend opgehouden wordt door uitwendige
Houdt men dus de zuivere
regnum
zijn
iets
die wij nu hebben.
niets anders aan,
heerschappij
menschelijk
den hond zien wij nog
twee nu tegen elkaar over, dan
tweede duidt dus tens
één
werk gesteld
die
regnum
het
Spiritus
in
men
:
wij in het paradijs
die
moeten andere hulpmiddelen
ook sommige slangen hebben dat vermogen nog.
;
macht
dus tweeërlei
gaande
In
Een patrijshond weet door
die direct uitgaande macht.
beweeglijk te
heeft,
remplaceeren.
te
dit
tegenstelling,
dan heeft men
in
't
paradijs,
de machten des hemels en der geesten heerschen
en daarna het regnum tefrae, als de aardsche machten,
d.
i.
geweld, voor de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's