Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 524
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Deo (Pars Altera).
90
geweest". Israël had tegen Gods bevel ners
lands
des
gouden
we hebben
;
volk zondigde
het
kalf;
toekomst
heerlijke
om
;
verdelgd
in
vooruitzicht van een
't
God geboden,
dat
op goeden voet mocht leven, die volken waren
worden, het was eene massa perditionis, die verpest
te
in
en
een verbond. trad die ellendige toestand in die van dat oogenblik af de reali-
Daarmede
geworden, dat het volk
is
boom
groenen
hand toenam
De
gemengd wordt
alle
in
dan
en als dan ook
staan en onder allen
afgodstempels
dat een beeld van de werke-
is
de wereld was er waar de afgoderij zoo hand over
op
plek
de zonden der Kanaanieten.
in
als het volk Israels,
straten
afgoderij bedreven wordt,
geene
;
dat
klagen
profeten
lijkheid
zelf
geen volk was er zoo afgodisch
Bijna
de
de woestijn
gruwelijkste bestialiteit, en toch laat Israël zich met hen
was door de sluit
teit
in
dit herhaalt zich hier. Uitdrukkelijk had
het volk met die heidenen niet
bestemd
een verbond gemaakt met de inwo-
in
dus een da-capo van het gebeurde met het
hier
als juist in Israël.
van
verklaring
dit
feit
ver
niet
is
Grieken kunstzin geeft, dan vindt men
bij
Wanneer God aan de
zoeken.
te
geen volk
wereld het aesthetisch
ter
men nergens wier rechtsbesef door God wikkeld dan bij de Romeinen, ontwikkeld was. Zoo nu ook, wanneer God aan Israël schoon zoo uitkomen
als bij
hen.
Zoo
vindt
voor het religieuse, dan volgt, dat, zoodra keeren van God,
op aarde, en
zich
zij
de
in dat
bewijst
telkens
het
in
meer ont-
zoo éénige mate
geeft een charisma
volk de menschen zich af-
gaan werpen op de afgoden,
realiteit
het recht
gelijk
duidelijk
geen ander volk
hoe de gruwelijkste
afgodendienst onder Israël gansche scharen van aanhangers vond.
Het
dus
is
kortzichtigheid
langzamerhand
gestemd
religieus
andere
volken,
het
tot
volk
als
men
als
men
;
ziet
dat Israël eerst
dan voorbij, dat een
het Israëlitische wel „ueberbieten" moest aan die
wie de afgodendienst
bij
staande houden
wil
Monotheïsme kwam
eere was,
in
maar
die niet zooveel
religieuse aandrift hadden.
Op treedt
dat gewichtige
moment waarop
Israël zich
dan nu de Engel des Heeren op
ode geopend, wordt het volk van
;
Israël
bij
dit
vermengt met de Kanaanieten,
punt wordt eene nieuwe peri-
gemengd met
het Kanaanietische leven,
de religieuse Trieb afgeleid op het afgodische.
Ook
30.
in
Richt.
een Middelaar, die
6 heeft de Openbaring van God aan Zijn volk plaats door ook hier in vers 11 genoemd wordt „de Engel des Heeren".
Die Engel spreekt
met
u, gij
tot
Gideon volgens vers 12 deze woorden: „de Heere
strijdbare held"
;
Hij spreekt
Persoon, en zegt niet: „Ik zal met u Uit
vers
11
blijkt
ons duidelijk
is
dus van den Heere als van een anderen
zijn."
dat
ook
hier
de verschijning was die van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's