Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 420

LOCUS DE Magistratu.

392

geloof der Christenen noemt. Dit

om

de macht voor de Overheid uit

is

eene

fjczrafixcrig

niet voortvloeit

de magistrale macht, maar ex coniunctione magistratus cum

fide Christiana,

dan doet de Overheid het doet het dan

We

niet.

mogen

omdat deze als zoodanig persoon van den magistraat

te

spreken van een geloovige Overheid, eenvou-

niet

Overheid

niet bestaat.

is

membri ecclesiae onderworpen aan den kerkeraad.

had

de zorg en den plicht voor de kerk

hij

Wat nu den lo. om met Neem b.v. den

Overheid.

deze heeft twee qualiteiten,

betreft,

te zijn, 2o. om Christen te zijn. De persoon van den koning was qualitate

den Haag.

in

De Overheid

als Christen.

macht bekleed

magistrale

kerkeraad

maar

niet als Overheid,

dig

et

Wanneer toch

dg «AAo yévog.

met de kerk

bemoeien,

zich

wat de Christen doen moet.

bij

te

Christiani

Als Christelijk persoon

dragen en datgene

te doen,

de persoon van een koning aan het avond-

Zit

maal, dan gebruikt niet de koning het, maar het kind van God. Een winkelier, die tevens Christen

Deze twee nu

verkoopt niet als Christengeloovige, maar als winkelier.

is,

dooreengemengd en dooreengestrengeld. we nog in onze kerken op in de zoogenaamde

heeft Voetius

De nawerking daarvan merken en

gaf

van God,

dat men de kerk aan de Overheid een men den Overheidspersoon niet beschouwde als een kind

welke beduiden,

Overheidsbanken, positie

dat

maar

als Christen,

een mensch met potestas publica bekleed.

als

Dit leidde tot eindelooze verwarring.

we

alleen hier

Zoo komt de zaak aldus

te staan, dat

bemoeiing met de

de

dat

magistratuur,

Later spreken

aangewezen hebben, waar de

maar

hierover meer, omdat

deze zaak school.

de Gereformeerden zeer perfect inzagen,

Overheid

voor de

kerk

de fides

uit

we

Trpuirov ^zü^oq in

Christiana

;

maar

niet voortvloeide uit

in theorie

de

hebben ze deze

twee verward en aldus van eene geloovige Overheid gesproken. Een geloovige Overheid nu

is

een ondenkbaar

iets

en bestaat

niet.

met dezelfde Majesteit des Heeren bekleed en

Wat de Overheid burgemeester sociëteit

kon

niets te

er

bij

vloeit

is,

tegelijk

lid

eene maatschappij,

maar aandeelhouder. kan

maar

combineeren.

zaak zegt

is

als

niet hij

het

is

zoodanig

de magistratuur

Een Overheidspersoon,

:

gelijke

:

in

kan

men

uit.

Een

zelf voort.

op de

hij

zich

die aandeelen heeft

blijkt,

den haak was.

dat

Zoo ook

monniken, gelijke kappen. in

Christus ge-

het magistraat en geloovige zijn nooit

Maastricht heeft deze twee

deze opmerking

altoos

de vergadering van aandeelhouders geen Overheid,

in

Dan

is

sociëteit zijn, terwijl hij toch

de kerk van Christus de Overheidspersoon als persoon

in

looven,

Uit

Een Overheid

maakt de Overheid

zeggen heeft en teruggedrongen zou worden, indien

met de zaken zou gaan bemoeien. in

niet uit

van eene

dit

uit

elkaar gehouden.

de Gereformeerden

zelf

gevoelden, dat de

Sprekende over wat de Overheid

Dit zijn de plichten der burgerlijke macht,

te

doen had,

hoewel het eenigszins

kerkelijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen