Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 447
college-dictaat van een der studenten
Hoofdstuk éen
niet
noch éen twee." Maar dezelfde heeren, die
zijn
met
lachen
vinden,
Het Dogma de Sancta Trinitate.
I.
het
vijandschap huns harten
dogma van de Triniteit Hun De eerste persona van Cicero !
!
13
dit heel natuurlijk
spot
is
vrucht van de
ons „persoon", ge-
in
?" Dat
is de persoon communis ex quod omnes participes sumus rationis. En de tweede persona is wat wij gewoonlijk noemen iemands persoonlijk karakter. Feitelijk doet Cicero hier wat hij niet doen mag, namelijk tweeërlei ongelijksoortigen zin van eenzelfde woord met una en altera aan elkander verbinden, hetgeen logisch valsch is. Bij de Romeinen hebben de iuristen dit woord voor zich genomen. Nu lijk
wij vragen
„Hoeveel personen
:
zijn er
eo
de
poetsen
het
zij
een
eenerzijds
iuristen
maken
kant
meteen
dood.
maakt, namelijk rechtspersoon, dat qui
habet
De
was. nul
der
ook
al
ius
standi
vrije
kwam
nullen
is
hebben
niet
op,
van ge-
een karakter, een eigen wezen, maar:
nu tegenover den slaaf
te staan. In
die een persoon was, terwijl
hebben,
maar aan den anderen
er een streng begrip
Een glad begrip, waardoor
iudicio.
in
woord mooi Zij
had die terdege een eigen karakter,
niet
alle
leven er
Rome kon men
uit
een
Onesimus bijvoorbeeld,
voor een persoon gold.
Daarmee hangt saam, dat de Romeinsche iuristen er mee geëindigd zijn om personen te maken, die uit honderd en meer menschen bestonden. Aan zulk een collegium werd gegeven het ius standi in iudicio. Al die personen saam werden dan een persoon verklaard. Niet als een corpus, gelijk later veel zuiverder in het Germaansche recht. Maar als persona. Dat is in onze rechtspleging overgegaan. [De
misgreep van de Romeinsche iuristen. is in hare vrije ontwikkeling drukt. Een noodlottig gevolg daarvan is onze kerkelijke ellende sinds 1816. Want hier is de bron der genootschappen, van het collegiale stelsel. Door de actie van 1886 is er in dat begrip eene breuke geslagen. Nu zijn we reeds zoover gevorderd, dat de vorige minister van justitie eene wijziging ten deze in het B. W. wilde voorgedragen hebben, om het mogelijk te maken, dat de kerken voor hare uitwendige belangen konden opkomen, zonder zich eerst als „rechtspersoon" te laten erkennen.] „rechtspersoonlijkheid",
eene dwaling, die
nu
deze
nog de kerk van Christus
Van de andere
zijde heeft deze iuridische dwaling ook iets, dat ons toeVoor een Romeinsch iurist was het volstrekt geene dwaasheid, naar ons blijkt, om van honderd menschen te verklaren, dat zij éen persoon waren;
spreekt.
daar
school niets
met het
dogma
irrationeels of absurds in.
der Triniteit?
opmerkte van de spottende
Voor ons lijk
zijn
vereenigd. Dat
is
lachen dan nu iuristen
geldt hetzelfde,
wat
ik
zoo straks
litteratoren.
heeft dit alles deze waardij, dat
besef geene absurditeit
soon
Van dezen
Waarom
is
we
zien,
hoe voor ons mensche-
het denkbeeld, dat meerdere
het
omgekeerde van de
Triniteit.
wezens
in
éen per-
Drie wezens
in
éen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's