Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 148
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Deo (Pars Prima).
130
mindere
of
mindere
der
ruigheid
van
snelheid
moet het verschil
rent,
maar wortelt ding
het
in
dit
licht
De
en dat ding.
en vloeit voort
in
Daarom
aanwezig.
zelf
Het
krijgt.
meerdere of
lichtstraal
constant hetzelfde
blijft
;
dus
het aantal der trillingen wel ontstaan door het onderscheid
in
de oppervlakte van
in
waardoor de
oppervlakte,
trilling
kleur
is
dus volstrekt
niet indiffe-
een wezenlijk verschil en onderscheid,
uit
toen van lieverlee de voorstelling van
is
de substantie gewijzigd.
Reeds de
de Middeleeuwen sprak men van zekere „qualitates occultae", die
in
hebben en die de
zou
substantie
Welke ze waren, kon men waren en het eigenlijke van
niet
het
wezenseigenschappen waren.
eigenlijke
zeggen
;
aanwezig
alleen wist men, dat ze
wezen uitmaakten,
wezen kenmerkten
het
en er zijn karakter aan leenden.
Het eerst tesius,
en
der
cogitatio.
pen
zij
Hij
Maar
Cogito, ergo sum. dat
was daartoe gekomen door
en
cogitatio
tot
hij
algemeen
In het
en die denkt,
dus de eerste begrip-
zijn
Onder deze twee begrippen worden
extensio.
Zoo komt
die der extensio
nl.
logische redeneering.
niet mijn geheel, alleen mijne ziel denkt,
een lichaam aan zich heeft.
gebracht.
opgenomen door Car-
concludeerde, dat er tweeërlei substantie was,
die
die
toen de kwestie van de substantie weer
is
de
stelling
Deus
:
alle
andere
cogitatio est.
sommige gereformeerde dogmatieken vindt men dezelfde uitdrukking en men bijv. ook, dat de engelen „eene denking" zijn. Dat wil dan zeggen
[In
leest
eene cogitatieve substantie, naar het systeem van Descartes.]
Spinoza
zag
tot
een
éene substantie,
slechts
Spinoza's
achtte
men met dualisme van
dat
nl.
„God", maar die twee eigen-
redeneering
niet
meer dan „een doekje voor het
bloeden", wijl dan toch het dualisme bleef, en vroeg daarom cogitatio en extensio
gemeen
kracht, en die openbaart zich
Kant kwam deze
bij
conclusie
opbouwen,
is
:
geest en stof
de extensieve en de cogitatieve qualitas.
bezit, nl.
Leibniz
in,
den samenhang van het geheel en concludeerde daarom
in
van
bestaan
schappen
spoedig
zeer
geen inzicht kreeg
zoowel
wat wij
:
kracht.
De
de cogitatio
in
nader onderzoek
Alles
niets
Antwoord
?
zijn
in
Wat
:
als in
wij
waarnemen en waaruit
Daarom onderscheidde
weten wij
over dat Fichte
uoC/uiuov te
dus
de extensio.
wij
onze begrippen
dan eene subiectieve operatie van den menschelijken geest,
waarnemen, en
het
laatste
is
„Kritik der reinen Vernunft" tot
waarbij alle waarborg ontbreekt, dat er eene adaequate, identieke
beantwoordt.
aan de
is
eenige substantie
het
hij
v;CjUiv:v,
volgens hem,
niets,
tusschen het
<pxtvó/név:u,
das
Ding an
zelfs
hebben wij ons van
und
für
realiteit
aan
het ding zooals sich.
Van dat
alle elocutie
onthouden.
oordeelde aldus: Kant spreekt van het
vsC/xevsv,
maar dat
is
een pas
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's