Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 344

Locus DE Deo (Pars Prima.)

326

De Hebreeuwsche woorden hebben beteekenis

als

„wijsheid".

inzicht

het

ware

in

de Heilige Schrift feitehjk dezelfde

in

Alleen met dit onderscheid, dat „wijsheid"

n^nn daarentegen de

bestel der dingen, nj^s en

is

het

actieve

applicatie van dat inzicht.

Psalm 136

5

:

Psalm 104

coll.

24.

:

Op

de eene plaats heeft

God

zijn

crea-

tuur gemaakt met „verstand", op de andere met „wijsheid".

10

Jer.

worden beide termen

12

:

gebezigd. Evenzoo

Jer. 51

Wel

15.

:

een parallellisme voor eenzelfde zaak

in

blijken

dus

de Heilige Schrift deze beide

in

begrippen, niet uiteenloopend, maar bijna identisch te dat in

Kon. 3

1

Exod. 31

in

:

11

:

en

3

zijn.

Wij zien dan ook,

vv. de woorden door elkander gebezigd worden. Terwijl

4

Deut.

6 wijsheid en verstand saamgevoegd

:

zijn ten

opzichte van hetzelfde obiect. Intusschen

zin

verstand"

helder

wij

er

op

bezigt,

óf

als het

dienen

tweeërlei

in

van

verstand

dat ons spraakgebruik „verstand"

vermogen

spreekt

„er

hebben".

iets

letten,

in

den mensch

e^ect van dat vermogen

óf als het

;

met verstand gemaakt";

te

uit

dit

dat

of

:

:

„God

„Hij heeft een

heeft de wereld

verstand";

veel

„veel

de Heilige Schrift nu bedoelen nrn en npinn

In

maar altoos de uitwerking van dat vermogen. Evenzoo Nieuwe Testament. Wijsheid is het plan en bestel in obiectieven zin; verstand het met juistheid naar dat bestel wandelen. Gelijk het de wijsheid van den architect is, dat hij een goed nooit het vermogen zelf, in het

bouwplan lijnen

maar

proiecteert,

zijn nj^n

en n^inn, dat

hij

naar dat plan

in juiste

bouw weet op te trekken. overgaan, om de Heilige Schrift te ondervragen aangaande

en evenredigheden

Eer wij er nu toe

zijn

de „wijsheid" zelve, moeten wij

in

het algemeen indringen in d€ tegenstelling

tusschen „wijsheid" en „kennis, die door studie verworven wordt". Wij kunnen die

ling pas

dan aldus w s h e d is ter forter informatie. Thans kunnen we deze tegensteltevoren niet, want de Schrift kent, gelijk wij zagen, ons

niet korter formuleeren

tegenstelling

matie, en kennis behandelen

;

„Wö.*"*\Vij hé' niet. In

heden", die nu

die in de heidei

onze

wij

i

daarentegen staan tegenover elkander „weten",

taal

„wijs zijn", „wijsheid".

":n

ij

:

is

van

„wetenschap",

„Weten"

geldt altoos een bestaand

dan doelen

wij

op kennis van het

der heidenwereoet zich iets aan ons voor, een berg, een mensch, een gebeurniet

dorst

uitspwat

niet al, in

vroeger eeuwen {enover.

de

profetie, die

genade

in

terugkomt,

i

Chrii is,

da

Wij

't

kort,

zoeken het echter

te begrijpen.

Daartoe gaan wij het onderzoeken. iets,

te

Daar staan wij

een bestaand obiect.

Wat

is

Wij willen er

onderzoeken ?

dat wij weten, dat bestaat, maar niet kennen, trachten

maken.

In

„onderzoeken", „ondervragen" heeft „onder"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen