Dictaten dogmatiek. Locus de Sacra Scriptura, Creatione, Creaturis - pagina 708
college-dictaat van een der studenten
§
De
7.
facültas percipiendi, intelligendi, volendi.
Den mensch
vermogen ingeschapen
drieërlei
is
w,
t.
vermogen
der gewaarwording, het vermogen der kennisse en het vermogen
de
willen,
te
facültas
percipiendi,
vermogens van ons
zijn
ik
intelligendi et volendi.
Ego sum
:
om
Alle drie
qui percipio, qui intelligo, qui
volo en wel zoo, dat alle drie praedicaten zijn van één zelfde subject:
Ego
percipio, intelligo et volo.
De
facültas percipiendi
is
vermogen van ons
het
ik
om
in
ons be-
wustzijn aan de werkelijkheid beantwoordende indrukken te ontvangen
van hetgeen verstrekt
ons en buiten ons bestaat en voorvalt.
in
aan
ons
Dit vermogen gemeenschap met ons naar lichaam, en evenzoo het middel om het middel van
bewustzijn
eigen wezen, zoo naar ziel als
buiten ons zelven met de zichtbare en onzichtbare wereld
onderscheiden
en eindelijk met
— de laatste —
haar intellectueele, ethische en aesthetische sfeer
in
God
en zijne engelen
in contact te komen. vermogen om hetgeen aldus in ons vermogen inkomt te onderzoeken naar grond, wezen en werking en over het aldus gekende of onderzochte een oordeel te vellen. Dit
De
facültas
oordeel
is
óf
zelf
intelligendi
het
is
een judicium abstractum,
d.
w.
op
belangen
de
en
van
begeerten
ons
uitgesproken volgens
z.
de absolute norma óf een judicium practicum
d.
gevormd met
i.
een ander.
ik of
't
oog
Tot deze
facültas behoort de conscientie.
De ons
facültas volendi eindelijk
hangt,
een
conclus$ie
het vermogen, om, voorzooveel aan
is
van
de
facültas intelligendi als
secunda
causa te poneeren.
Tusschen
deze drie vermogens bestaat
selwerking, wijl
zij
vermogens
zijn
Onderscheiden van deze facultates den [In
't
mensch overkomen
uit
laatste geval heeten
zij
God,
uit
den aard der zaak wis-
van één subject. zijn
uit
Er
de passiones.
Satan of
uit zijn
is 7ripLyJSpri(Tiq.
Deze kunnen eigen vleesch.
Ï7rt^viu.m.
Toelichting. 1.
Augustinus
werk „de menschen
heeft
deze
quaestie
Trinitate"
en
gezegd,
omdat
de
mensch
is,
dat in
meer er zijne
uitvoerig
ook
eene
behandeld
in
zijn
drievuldigheid
des
vermogens een
afspiegeling
is
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 776 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 776 Pagina's