Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 398
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Deo (Pars Prima.)
380
Dat het recht bedoeld 27
Deut.
ook
:
in
maar
is,
de Schrift oorspronkehjic niet zoozeer als vaste
als
rechtsregel,
iustitia retributiva "ic^\
waar sprake is is overgenomen
19,
vreemdeling, van den v^ees en van de
van eene rechte
lijn,
men krom
die
8:3:
In gelijken zin zegt Job
„Vervloekt
:
weduwe
van den
die het recht
zij,
Dat
buigt."
is
het denkbeeld
buigt."
Dat doelt evenmin op het evenwicht,
maar op eene rechte lijn. Er zijn dus twee soorten van uitdrukkingen in de Schrift: 1. weegschaal, paslood etc. spreken; deze zien op de iustitia retributiva van buigen en verkeeren spreken
Men moet
recht.
Doch keeren we terug vonden
;
V
en de
God n d
i
God
10.
de npN,
Gods
is
is
die
de drieërlei onderscheiding, die wij ook hier weer
Daarbij
:
Fons omnium bonorum;
de
In dien zin
gezegd,
is
het recht in
God
Voorts lezen wij in Spr. 29 26 n1n^?D 10: nDX nin^-^p tt^Q. komt deze vraag aan de orde, of het recht uit het Wezen :
uitvloeiende of wel uit de vrije wilsbeschikking van den Heere. Het
de kwestie, die telkens terugkeert
decretum
zijn
van
ex boni.
Ps. 19
cf.
20.
deze beide wel onderscheiden. tot
Summum Bonum;
het
die ;
deze zien op den rechtsregel, op het statueeren
;
vindt in Zichzelf het recht.
ijr>x-DBiyD.
uit
„Zou dan God het recht verkeeren en zou de
Almachtige de gerechtigheid verkeeren ?"
van het
ook
blijkt
van het recht te buigen, eene uitdrukking, die
ons taalgebruik
in
van
den zin
in
de
van
relatiën
bij
God de Heere
de virtutus Dei.
Heeft Hij die nu zoo
creatuur bepaald.
alle
is
heeft in
omdat ze zoo moeten zijn, of omdat Hij wilde, dat ze zoo zijn zouden? vrij, om ze ook anders te bepalen, of moest Hij ze zóo bepalen krachtens zijn wezen? Hierop moet geantwoord worden, dat God alles zoo Beantwoorden wij de vraag anders, gesteld heeft krachtens zijn vrijen wil. dan staat aanstonds de lex aeterna weer boven God, is Hij daaraan gebonden, en wordt dus het Godsbegrip vernietigd. Maar toch dient er ook ^(?ivaar5c/2wwcf gesteld,
Was
Hij
tegen de voorstelling van die vrije wilsbeschikking als willekeur. niet
eerst
in
zijn
wezen zonder
te
denken, zóo, dat
Dei
de Deus decernens
is
denken,
zijn
willen,
zelf,
God evenzeer verschillende
alleen naar de behoefte van ons menschelijk
dus
de
splitsing
en
ordinantiën,
en
wortel
tevens het
die
God
Summum
gesteld
heeft,
lus
is.
tijd
het
denken wel
te
in
van
Gods-
Neen, het decretum Zijn decreet, zijn
namen voor eenzelfde onderscheiden.
de schepping
gekomen, maar in God En inzooverre is het God als het
specificeering zijn
vinden.
vernietigd.
zooals onze vaderen beleden.
slechts
zijn
God bestond
na eenigen
Daarmee toch wordt
sluimer ontwaakt, beschikkingen ging nemen. begrip van den eeuwig levenden
Hij,
zaak,
Zoodat tot hare
zelven haar oorsprong
Summum Bonum,
die
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's