Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 111

§ belang

De ExsiSTENTiA

8.

Dei.

de ethica dan omgekeerd de ethica

bij

ethische

op

het

gaf

daaraan

leven,

een

zelfstandig

Evenals

ook

het

God

mijn

God

wel

bewijzen,

worden gevindiceerd, wel het

God

bewijzen, nooit

maar wel kan ik mijn moreele leven de grondfout? Dit, dat men begint te poneeren rusten

op de

grond

is,

tingen

zoo verkeerd, omdat

spil

waarop

van daaruit

willen

van

ethische

het

leven,

God

:

is

is,

in

al

voor het ethische wordt dan zelfs zóo groot, dat

zwevend

gevoelt

en

en

onvast.

Het

is

om

poging, 4.

thuis

Bezit

is

en

het ethische en eerst

moreele

men

zich eerst

terwijl

staat,

bij

op dat

de

terrein

religie alles

op

te

klimmen

tot eene

oneindige oorzaak.

dan geene waarde? Ongetwijfeld.

bewijs

Dezelfde

Rom. 2 15 aan toekent, als het heet: „De werk der wet geschreven in hunne harten, hun gewe-

die Paulus er in

heidenen betoonen het

:

medegetuigende en de gedachten onder elkander hen beschuldigende of ook

Daarom

ontschuldigende." hier ^eldt dezelfde

is

er zeer zeker gebruik

opmerking, die

bij

Als er eenmaal cognitio Dei insita bestaan

Gods

logisch

bewijs

kennen

als

in

de

ons aanwezig

is,

van

te

zoodat er eene gewaarwording van het zeer zeker, dan kan ik door het

causa

van den kosmos; dan kan

ik

ik

dien God, die

denken ook leeren kennen

God, dien

ik

dan kan

Té?:ot;

ik

kosmo-

als

ligt

als

in

de

de oorzaak

gewaarword door den sensus

door het physico-teleologische bewijs, leeren kennen

het

Maar ook

maken.

de drie vorige bewijzen gemaakt werd.

dien God, dien ik apprehendeer in mijn binnenste, ook leeren

van mijn denken; dan kan nitatis,

is,

ja,

idea van mijn bewustzijn, door mijn

van

vast

men dan tot De voorliefde

derhalve een omkeeren van de orde en eene

uit een eindig verschijnsel

het

waarde namelijk, ten

zeker

is

te

die ethische rich-

Vanzelf komt

tot het religieuse.

dat

omgekeerd God de

terwijl toch

hun steunpunt vinden

zij

opklimmen

hier

is

ja,

God. Zoo komt God

de conclusie, dat het ethische leven natuurlijk veel hooger staat.

volkomen

is

op mijn

op God. Wat

mijn zedelijk leven,

Daarom doen

het ethische leven rust.

laten rusten

laten rusten

dubieus; het eenige, wat dubieus

niet

<7T'\k

kosmos; nooit kan God rusten op mijn God uit het WAsc uit het bestaan van God. En zoo ook kan ik

zedelijk besef,

is

x;:

nooit kan het bestaan van

ri/.iL.-

moreele leven

hier nooit uit het

dat

u.z'.

mijn

God;

denken, wel mijn denken op

er;

tot zijn ^oi:

is.

moreele bewijs een omkeeren der zaken. Nooit kan de kosmos

dit

bij

wierp zich

handhaven, en

religie te

kosmologische, ontologische en physico-teleologische

het

bij

Men

de rehgie.

bij

men geen kans zag de karakter, het makende

wijl

Zoodat heel de strekking er van ongodsdienstig 3.

93

divi-

den poneerder

van den eindeloozen rijkdom der schepping; en zoo ook

hier,

zeggen, dat die zedelijke wereldorde, die mij beheerscht, niet afge-

scheiden kan zijn van die macht, die ik als de mij beheerschende macht waar-

neem door den sensus

divinitatis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen