Dictaten dogmatiek. Locus de Sacra Scriptura, Creatione, Creaturis - pagina 570

LOCUS DE 4de

dat

een

mensch geschapen

wij

dat

niet.

lezen

geschapen

wel

engel

dienen

ons

wij

Gen.

Dei.

1

naar den beelde Gods

is

wat beteekent creatum esse ad imaginem

van

26 spreekt

D^x en van het m?2i

het

de analogische gelijkheid van den mensch

uit

volkomen

op de

vinden

te

den mensch

en

het

;

komt

dit

van een engel

;

De otide gereformeerde theologen zeiden altijd dat een was ad imaginem Dei. Voor wij dit weerspreken,

eerst af te vragen,

:

AlStGÈLlS.

doelt

eerste in

geheel

't

en

in

is

den engel slechts onhet

gestalte,

voor

niet

het laatste drukt

;

bij

typische

den engel.

in

Dit blijkt

daaruit

dus

en

engel

dat

a.

en

dier

dit

wezens

instinctieve

echter geen vooruitgang

is

web

er

ziet

een

zijn;

waar

te

geen progressus kennen

zij

maakt

bij

nemen,

voor zes duizend

als

uit

gemeen hebben, dat

figuren

prachtig; er

den mensch.

Het spinne-

zijne

gelijk bij

jaar, terwijl

het slijpen der diamanten

steeds zuiverder wordt. dat

b.

den engel het potentieele en actueele ineenvalt

bij

;

omne quod

est

potentia etiam actu in angelo existit.

een

dat

c.

hem

kleuren

aanwezig,

hoewel dan een

enkele

volle

engel

niet

gaven

alle

de geheele imago lucis

ligt

een

z.,

in

den

a.

licht,

is

de

lichtstraal

lichtstraal zijn alle 7

eigenschappen

het verspreide

en pracht; m.

heerlijkheid

w.

De mensch

mensch verborgen.

den

in

van

kleur

d.

mededeelbare

alle

nuce,

in

;

bezit.

van

De

;

Gods wezen

zijn,

engel daarentegen

maar dan ook

in

hoofd-

is

die kleur in haar

w. de engelen hebben elk eene afzonder-

den schat, maar dat deel in zijn volle ontplooiing; doch de mengeling dier eene gave met de andere ontbreekt bij hen. De H. S. zelf geeft aanleiding om zoo te oordeelen in Jes. 11:2 worden zeven gave,

lijke

deel

uit

;

geesten onderscheiden, en elk van die geesten krijgt eene afzonderlijke qualidie

teit,

anderen dat

d.

kiem

in

indruk

de

dit

geworden,

kon

mensch,

dan

ons

de

ligt.

Zoo ook maken de Cherubijnen een

Serafijnen (kracht

^

heerlijkheid.)

incarnatio Verbi uitsluitend plaats vindt in den mensch, niet in

den engel. Hebr. 2 engel

den mensch

in

op

:

16 lost hieromtrent allen twijfel op. Christus

anders

niet

naar

heeft

al

de

;

het beeld

Hij

soms de

Christus

is

nooit een

gestalte van een engel gedragen.

kon

slechts

Gods geschapen, door

mensch worden, dit

beeld met

En

omdat de

God verbonden

was. e.

dat

de

om de uitverkorenen, wat niet wezens waren als de mensch. Zij hun organische natuur beneden ons. De mensch kan men noemen engelen

kon geschieden staan dus

in

als

uitgezonden

zij

een

zelfde

worden soort

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen