Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 408
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Deo (Pars Prima.)
390 wel
dat
den,
met
te
weer voort
zulke,
begrippen niet op
Dat
20.
van
mindering
straf
letter
van de wet, maar
Men
de onderstelling van Gods rechtspraak.
uit
dat
hoe
gevoelt,
God kunnen
overgebracht worden.
ongerechtigheid
elkanders
wij
niet
mogen toerekenen, maar
vijanden moeten liefhebben, gaat hier als argument gebezigd
onze
niet
Maar ook
bewerken.
te
gebrekkig karakter van aardsche verhoudingen voortvloeiende,
het
uit
gegaan met de strenge
is
consideratiën,
allerlei
vloeit
rade
uit
zelfs
van de
valsche onderstelling, dat de overtreding van een mensch tegenover een mensch en
de overtreding van een mensch tegenover Dit nu
volstrekt niet het geval.
is
schending van eene wet, die door ons
God
God gelijksoortige grootheden zouden zijn.
Alle overtreding jegens den
gegeven, maar
is
mensch
niet
is
schending van eene
is
gaat de overtreding dus altoos tegen God. Het is Neen, altoos niet zoo, dat God een Wetgever is en wij ook wetgevers zijn. wordt Gods wet geschonden, zoowel bij zonde rechtstreeks tegen Hem als bij wet, die
Principieel
gaf.
overtreding tegen zijn creatuur.
God geschonden wraak te oefenen. niet
is
te
houden
creatuur
zijn
een gaan staan is
ons
maar het recht van
recht,
om
zelf
is
zelfs
van de bangste beleediging,
En daarom kunnen de
zondigen.
is,
Dat
is,
zegt
hij,
rust komt, als dat beeld
plaats te
Ook
van
God
maken voor
getrokken, mank. is,
natuurlijk de ongerechtigheid niet
de inbeelding van onze ontruste conscientie.
van dien toornenden God
het beeld van den
Vader
in
opzij
Maar de
wordt geschoven,
om
de hemelen, die enkel Liefde
Reeds de menschen moeten elkander liefhebben ; hoeveel
Liefde
Den naaste
liefde
geenszins met elkander vergeleken worden
uit die vergelijking
Ritschl acht, dat God, die de Liefde
houdt.
en
het vergeven der misdaden en deze liefde, waartoe zijn
bij
en gaat elke conclusie,
is.
zelf te straffen
de plaats van God, en dies onge-
in
Vergeven,
zonde.
creatuur van zijnentwege gehouden
30.
niet
eene braafheid, maar een voldoen aan de ordinantiën Gods.
de zonde tot
Dat
is
„Niet vergeven"
oorloofd.
En omdat
werd, daarom hebben wij geen recht
te
meer Hij, die de
is f
hier geldt, dat twee ongelijksoortige grootheden vergeleken worden. Als wij,
menschen,
elkander helpen en redden, dan gaan wij zoo met elkander
God
de onderstelling, dat
er achter zit en dat Hij
zorgen
zal
om
in
voor ons waar-
Maar achter God is geen ander wezen als een fundament voor Gods geluk; God is zelf het fundament voor zijn geluk. En dat fundament zou
achtig geluk.
God
loslaten, en
Hij het recht
Ten onrechte invloed
van
daarmee ook de basis van ons levensgeluk wegschuiven,
omboog is
Hegel,
in
dit
als
zekere toegeeflijkheid aan ons.
de
voorstelling
dat er in
God
in
eigenlijk
behoort tot de lagere sferen des levens.
de jongere ethische school, onder
geen recht
is,
Daar gaat de Heilige
maar dat het
recht
Schrift vlak tegen
in.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's