Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zions roem en sterkte - pagina 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zions roem en sterkte - pagina 9

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

!

Voorrede aan den waarheid- en godsvruchtlievenden lezer

Zie daar, waarheid- en godsvrucht-lievende lezer, het tweede of

laatste

deel

van

Geloofsbelijdenis, schijnt

dit

werk

mijne

vervat niet

verklaring

zoo

over

de XXXVII.

in

spoedig als

ik

de Nederlandsche

Artikelen.

Al

ver-

gedacht en gij verdie der omstandig-

wacht hadt, ik vertrouw, dat ik bij allen, heden kundig zijn, waarin ik een geruimen tijd verkeerd heb, Sedert de uitgave van het eerste licht verschooning zal vinden. deel behaagde het den grooten Herder Zijner schapen de roeping van Steenwijk op mij te doen vallen. Ik zag en ondervond in die roeping zoo vele staande blijken der goddelijke voorzienigheid, dat ik die volvaardig, in des Heeren vreeze, met blijdschap aannam. Hier komende, vond ik terstond handen vol werk. Eene groote gemeente, waarin ik lust had, en in het huisbezoek bij de twaalfhonderd lidmaten geteld en gevonden heb daarenboven door het vertrek van hun beide voorgangers, voor mijne komst, als schapen zonder herder. Over de achttien maanden heb ik hier alleen gearbeid. Een geheel rond jaar mijne gewone dagordeningen tweemaal per week vervuld. De wekelijksche catechisatiƫn, met het gewone huisbezoek, zoo binnen als buiten de stad waargenomen. Ook heb ik op het vriendelijk voorstel van de Weledele achtbare heeren van den ;

eene

derde predikbeurt, die anders

Magistraat

dezer

stond,

beste der gemeente, gaarne willen vervullen

voor

ten

stad,

;

stil

waar-

hunne weledele achtbare mij bezoldiging hadden toedoch waarvoor ik niet anders begeerde, en onlangs

gelegd;

J. Rotterdam

II

1

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's

Zions roem en sterkte - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's