Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 322

DE STATEN ONDERLING.

314

om wat

zich,

bekreunde,

in

omging

het genabuurde land zelfs

niet altijd

of voorviel, nauwelijks

ontbrak de min edele zucht

om

elkaar over

er vraagweer het leven moeilijk te maken. Zelfs nu nog stukken van dezen aard, die nog niet tot genoegzaam bevredigende oplossing zijn gebracht, zoo met name wat de uitlevering van staatzijn

en

veroordeelden

kundige

betreft.

van wijlen Mr. Asser,

initiatief

Maar mede dank

mag

om op

de beschaafde landen, de wil voorzit

in

het

zij

krachtig

toch gezegd, dat thans voor al

't

minst

we

hetgeen, met wat

boven opsomden saamhangt, door onderlinge verstandhouding orde te En zulks wel niet in een zin, alsof we daarmede elkander stellen. een gunst bewezen, maar veel meer als een geheel natuurlijk gehoor-

zamen aan eischen, dragen

zooverre

In

ook een

dan

primordiaal Staten

volg

in zijn

legden

§

2.

Op

maatregelen, die

in

de

daar

karakter,

voorstelling,

uit dit

dat

er

streven voortvloeien

toch

alle

volkenrecht

van rechtswege op

alle

hun

onderlinge aanraking plichten rusten, die niet het ge-

van

een accoord of van door hooger aardsch gezag opge-

te

maar vanzelf aanvaarden

uit

het bestel

Gods

volgen, en alzoo geheel

zijn.

Souvereiniteit en internationale verplichting.

dit

spontane karakter van de wederzijdsche internationale ver-

plichtingen,

geven,

alle

volkenrechterlijk

rust

last,

spontaan

die door de algemeene saamleving gesteld worden.

moet

deze rechten

en te

ook van

dus

meer

de rechten, waaraan voldoening

is

te

nadruk worden gelegd, omdat het gezag, dat

en verplichtingen regelt, niet anders

te

eeren

is,

dan

in

God. Houdt men streng aan de nota necessaria van de Souvereiniteit vast, hierin bestaande, dat wie souverein is, op aarde geen ander gezag boven zich erkent, dan volgt hieruit rechtstreeks, dat souvereine Staten door geen macht op aarde tot de erkenning van welk recht of

welke en

verplichting

zulk een macht

ook kunnen gedwongen worden. Zulk een gezag is

er

op aarde

niet,

en kan alleen in

God

rusten.

Het groote raadsel voor het volkenrecht was dan ook altoos hierin gelegen,

hoe men de Staten souverein

in

eigen kring kon verklaren, en

clzoo toegeven dat ze op aarde geen hooger gezag buiten of boven zich

hebben; en dat dan toch aan zulke souvereine Staten

in het

volkenrecht

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen