Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 77
DR.
KUYPER PREDIKANT.
55
geloof pal te staan voor onzen Heer. Dat en dat alleen
meerd, „reformata reformanda". Ach,
men
is
Gerefor-
kent den vrijen zin onzer
Dordtsche vaderen zoo weinig. Van repristinatie hadden zij een afkeer, een als mannen des vrijen geestes hebben zij juist, die mis-
kende en verguisde mannen, voortdurende reformatie ook op het stuk der Belijdenis gewild.
Al
is
dus tusschen de Substantie en den
hierin verschilt Dr.
K u y p e r van
Vorm
velen, dat
hij
te
dien
onderscheiden,
Vorm
niet
aan
den willekeur van den enkele wil overlaten, maar deze evenals de Substantie van de Kerk vraagt, mits die vorm niet versteene maar de beweging van het gemeenteleven volge. Hij wil de onderscheiding van het quia en quatenus ^) niet aan elks goeddunken overlaten, maar geeft de beslissing over aan de macht, die over allen en dus ook
over den prediker staat: aan de Gemeente, sprekend geestelijk,
in
haar wettig,
door het gebed geheiligd orgaan.
Een vaste belijdenis daarom een doode letter. Maar aanvaardt men de vrije Kerk, vormt men voor elke schakeering der geesten een eigen levenskring, dan vervalt ook dit bezwaar volkomen. Geen prediker leent zich dan ter bediening eener gemeente, die niet zijn gemeente naar den geest is, en juist de wedijver met andere zal elke gemeente dwingen steeds dat frissche, bezielende woord in haar Belijdenis te brengen, dat het Christelijk woord is voor den tijd. Maar niet alleen Leerdienst. Er zij ook, er zij meer dan thans Dit
wordt
is
echter in een Volkskerk ondenkbaar.
in
een Volkskerk gewetensdwang en
„Eeredienst", ter aanbidding. Naast het
blijft
Woord
plaatsten onze vade-
waarom als van den Heere gegeven middelpunt, de Eeredienst der Gemeente zich te ontwikkelen heeft. Dusver bleef de samenkomst onzer Gemeente ren steeds als tweede genademiddel het Sacrament,
veel te eenzijdig dienst der Leer. Dit voedt clericalisme en beperkt
meer dan mag het handelend aandeel door de Gemeente zelve aan haar Godsdienstoefeningen genomen. Het kweekt onkerkelijken zin, wanneer een prediker de Gemeente
bedient, wiens geestelijke gave
^) Er was een strijd geweest over het gezag der belijdenisschriften. Sommigen beweerden, dat zij aan de belijdenis der Kerk gebonden waren,
omdat (quia)
deze met de H. Schrift overeenkwam. Anderen meenden, aan de belijdenis gebonden waren voorzoover (quatenus) deze overeenstemde met Gods Woord. dat
zij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's