Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vergadering 29 April.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vergadering 29 April.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Woensdag 29 Aprii werd te Utrecht de voorjaarsvergadering van den Bond gehouden.

Als gewoonlijk waren het ook nu weer slechts weinigen die aan de uitnoodiging tot-deze vergadering gevolg hadden gegeven.

Ruim elf uur waren dan ook nog slechts een 25 tal leden aanwezig.

De Voorzitter opende de vergadering met het voorlezen van Psalm 81 en gebed. De notulen der vorige, vergadering werden gelezen en goedgekeurd. Aangezien er geen ingekomen stukken waren voor te lezen werd aanstonds de Bestuursverkiezing aan de orde gesteld.

Aftredend waren de broeders Dr. de Lind van Wijngaarden, Dr. Datema en Ds. Jongebreur.

De eerste, als Voorzitter herkiesbaar, wordt met bijna algemeene stemmen herkozen. Moge zijn voorzitterschap dat Dr. de Lind van Wijngaarden reeds van de oprichting voor den Bond heeft bekleed onze vereeniging nog lange jaren ten zegen zijn.

Dr. Datema is niet herkiesbaar. In zijn plaats wordt bij herstemming gekozen Ds. Hupkes van Waddinxsveen, die niet ter vergadering is, doch van wien verwacht wordt dat hij, die reeds eerder in het Bestuur zitting had, ook nu deze benoeming wel weer zal aannemen.

Ds. Jongebreur, als Secretaris wel herkiesbaar, deelt echter de vergadering mede dat hij geen herbenoeming meer wenscht te aanvaarden ; hü verzoekt dan ook tien aanwezigen geen stemmen op hem uittebrengen. In zyn plaats wordt nu gekozen Ds. Klomp van Hilligersberg.

Als Redacteur van „Alle den Volcke" is de Hoofdredacteur Ds. Leenmans aan de beort van aftreding. Hij wordt by acclamatie — zeker wel een bewijs san waardeering voor zijn arbeid — herkozen en neemt na eenige bedenking deze herbenoeming ook weder aan.

Thans zijn de besprekingen aan de orde. In de eerste plaats wordt gesproken over den te houden Zendingsdag. De Commissie, op de vorige vergadering ten dezen benoemd, blijkt in het zoeken voor eeD geschikt terrein teleurgesteld. Het Bestuur meent echter nu een geschikte plaats gevonden te hebben. Besloten wordt dat hiervan nader publieke mededeeling zal worden gedaan.

Door Ds. Beekenkamp en den heer Vermooten van Utrecht wordt het denkbeeld geopperd een zeker entrée te heffen. Dit denkbeeld wordt door andere broeders, met name door den heer Duymaer van Twist bestreden. Een voorstel om zich voor het beginsel van entreébeffing te verklaren wordt echter ten slotte met 21 tegen 5 stemmen aangenomen.

Nadat aan de Commissie op de vorige vergadering benoemd, nog toegevoegd zynDs. Leenmans en de heer Vermooten en nadat besloten is dat niet het Bestuur maar deze Commissie de sprekers voor den zendingsdag zal uitnoodigen kan deze zaak als geëindigd beschouwd.

Na de pauze wordt eerst gesproken over meerdere actie die er van den Bond zou kunnen uitgaan en zulks in verband met het denkbeeld door den heer Weber van Utrecht geopperd om voortaan niet meer drie vergaderingen per jaar, maar slechts een jaarvergadering te houden, op dezelfde wijze als dit ook door den Geref. Bond tot vrijmaking der Herv. Kerken geschiedt. Dit denkbeeld, waar zeker zeer veel voor te zeggen is, zal door het Bestuur nader in overweging genomen worden.

Verder is aan de orde het referaat van Ds. Hoekstra van Papendrecht die spreken zal over „de zending onder de tegenwoordige organisatie der Ned. Herv. Kerk."

Spr. vaDgt aan met een historisch overzicht van de zending in de laatste eeuwen en zegt dat de groote actie in de Protest antsche zending eerst dagteekent uit de laatste eeuw. Methodisme en Piëtisme hebben den machtigen stoot daartoe gegeven. Deze hadden geen oog voor het instituut der Kerk. Vandaar dat de zending meestal gedreven werd door particuliere vereenigingen.

Vooral in ons land is de organisatie der Kerk een ramp voor alle actie die van de Kerk moet uitgaan en dus ook voor de zending. Toch moet volgens Gods Woord de Kerk het instrument zijn om de Waarheid te verbreiden. Daarover bestaat onder de Gereformeerden dan ook geen verschil. Maar wel is dit de vraag: hoe te handelen in abnormalen toestand. Sommigen hebben beweerd dat men ook als Gereformeerden de zending genootschappelijk moet drijven. Dan staat men echter volgens Spr. met beide voeten op den grondslag van methodisme en piëtisme.

Anderen willen dat de actie uitgaat van een vereeniging maar dat de zending uitgaat van een plaatselijke Kerk. Dit is het standpunt van de Gereformeerde Kerken in ons Vaderland en ook van den Gereformeerden Zendingsbond. Op dit standpunt is kerkelijke zending echter meer een vorm dan een daad. B.v. in de Gereformeerde Kerken zijn het feitelijk, gelijk dit ook door Prof. Bouman erkend werd, de Deputaten der Synode die zenden. De uitzending door de plaatselijke Kerk zweemt volgens Spr. naar de independectische strooming. Daarom is Spr. het ook meer eens met Prof. Klejjn die in zijn „algemeene Kerk of plaatselijke gemeente" doet uitkomen dat bij onze Vaderen het groote kerkelijk lichaam de Classicale Vergadering was. Niet de enkele gemeente dus, maar de Classis moet zenden. Daarom moet naar een Classis worden uitgezien, die zich met de zending zou willen belasten. Aan zulk een Classis echter mag een zendeling niet worden opgedrongen. Zij moet vrij zijn in haar keuze, desnoods met advies van den Bond.

Ook is het een vraag: Wie moeten gezonden worden. Volgens spr. dienaren des Wooids. Dat blijve het ideaal. Ook wel leden der gemeente, die een gof de opleiding genoten kunnen als behulpsels beschouwd. Maar zullen we waarlijk de Gereformeerde paden bewandelen, dan moet het ons te doen zijn om predikanten die Woord en Sacramenten kunnen bedienen.

Aan de besprekingen over dit belangrijk referaat wordt door verschillende personen deelgenomen. Met beginsel en strekking blijkt wel instemming te zijn. Alleen is het voor sommige broeders de vraag of wij op dit standpunt ons stellende met de oprichting van een Bond wel op den goeden weg zijn. Anderen meenen dat de Bond eigenlijk alleen bestaat om voorbereidend werk te doen, om „de Zending in Gereformeerde banen te leiden" om „het bewustzijn in de gemeenten wakker te roepen." In dien geest worden de verschillende opmerkingen dan ook door den referent beantwoord. Door den Voorzitter wordt hem vervolgens voor het gesprokene dank gezegd-

Voor de vergadering te sluiten meent de Voorzitter ook nog een woord van dank te moeten brengen aan de broeders Dr. Datema en Ds. Johgebreur die als 2e Voorzitter en le Secretaris, thans zijjn afgetreden. Op zijn verzoek wordt hierop de vergadering door Ds. Jongebreur met dankzegging gesloten.

V.

J.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1908

Alle Volken | 4 Pagina's

Vergadering 29 April.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1908

Alle Volken | 4 Pagina's