Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met het oog op het Woord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met het oog op het Woord

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vermaan de jonge mannen, dat zij matig zijn. Titus 2:6.

Matig zijn is iets anders dan op een knopje drukken om een beweging tot stand te brengen. Matig zijn is een gevecht, een harde strijd! Daarom moeten de jonge mannen ertoevermaand, aangespoord worden! Na vermaningen voor oude mannen en oude vrouwen, waarin de vermaningen voor jonge vrouwen zijn begrepen, wil Paulus dat jonge mannen worden vermaand tot matigheid ot zoals men ook kan vertalen tot zelfbeheersing.

Zelfbeheersing was een van de deugden bij de Grieken. Het betekende het beheersen van iemands begeerten, lusten en gebreken. Het is alsof iemand een groep wilde dieren leidt inplaats van vee. Betekent matigheid of zelfbeheersing hetzelfde als het in de Bijbel is gebruikt?

Om een antwoord op die vraag te vinden, kijken we naar hetzelfde woord soofronein, in Romeinen 12.3, „Niemand zij wijs boven hetgeen men behoort wijs te zijn, maar dat hij wijs zij tot matigheid. Het woord schijnt hier inderdaad de klassieke betekenis te hebben van: ich binnen de grenzen houden, niet buiten de vastgestelde grenzen gaan. Toch geeft Paulus een heel andere richting aan dit gebod dan het onder de Grieken had. Luister opnieuw naar Rom. 12:3, „leder zij wijs tot matigheid, gelijk als God een iegelijk de mate des geloofs heeft toebedeeld".

Overeenkomstig de mate van het geloof. De oproep tot zelfbeheersing, matig te zijn in zijn denken is verbonden met de mate van iemands geloof. Dat is het verschil tussen Griekse en christelijke zelfbeheersing. De Griekse zelfbeheersing komt voort uit menselijke kracht, de christelijke zelfbeheersing komt voort uit het geloof in Christus. De Bijbel leert ons dat wij onszelf niet kunnen beheersen, omdat wij zondaren zijn. Alleen wanneer Jezus Christus ons kracht geeft, kunnen wij onszelf beheersen. Alleen wanneer wij door het geloof met Christus verbonden zijn, zijn wij in staat matig te zijn.

Hier stuiten we op een vaste regel: er kan geen heiligmaking zijn zonder rechtvaardigmaking. Wie de heiligmaking preekt zonder de rechtvaardigmaking (zoals sommige predikers doen), geeft niets meer dan moralistisch onderwijs. Wie de rechtvaardigmaking preekt zonder de heiliging, brengt het christendom in gevaar door de wet te verwaarlozen. Of: zonder

theologische termen te gebruiken - de oproep tot een christelijke levensstijl behoort te berusten op de verkondiging van Jezus' offerande en verzoening, dit is de eerste regel die wij uit de tekst kunnen afleiden: nze zelfbeheersing moet in praktijk worden gebracht in geloof. Rom. 12:3 leert ons dat Paulus de zelfbeheersing zo verstond.

De tweede regel die we uit de tekst kunnen afleiden is, dat zelfbeheersing tegengesteld is aan een overdreven geestelijk enthousiasme. Dit kunnen we zien in 2 Cor. 5:13, waar hetzelfde woord is gebruikt. „Want hetzij wij uitzinnig zijn (Of: n geestvervoering kwamen), wij zijn het Gode, hetzij dat wij gematigd van zinnen zijn, wij zijn het terwille van u". Paulus stelt „gematigd van zinnen" tegenover de houding van de mensen die zichzelf „geestelijk" noemen. Wij zijn gematigd van zinnen, wij zijn mensen van gezond verstand. Gezond zijn, gematigd van denken, betekent, zoals wij uit de tekst in Rom. 12 kunnen zien: assen bij de broeders, zich invoegen in de kerk. Nadat Paulus over de mate van het geloof heeft gesproken in Rom. 12:3, gaat hij in vs. 4 onmiddellijk over tot het lichaam met de vele leden. Zelfbeheersing is zich aanpassen bij de broeders en zusters, bij de gemeenschap waarvoor Christus stierf.

Zelfbeheersing is: niet te leven volgens zijn eigen begeerten, maar zorg te dragen voor anderen, de anderen voor wie Christus gestorven is. Het is: Christus volgen, die niet zichzelf zocht, maar de eer van zijn Vader en de redding van zondaren.

Zelfbeheersing is: niet zozeer een puur conservatief leven lijden, maar het is: getrouw te zijn, dat wil zeggen trouw aan het geloof - overeenkomstig de mate van uw geloof!

Zelfbeheersing kan overgaan in zelfopoffering - Christus navolgende die zichzelf opofferde voor de zonden van de wereld. Zelfbeheersing van een jonge christen betekent: niet gelijkvormig te zijn aan de wereld, maar vernieuwd te worden naar het beeld van Christus. Daarom is het een belangrijke waarschuwing voor jonge mannen. Niet alsof wij, oudere mensen, geen zelfbeheersing meer nodig hebben, maar omdat de aantrekkingskracht van de wereld sterker schijnt wanneer de mens jong is.

Zelfbeheersing is geen vrucht van onze eigen natuur, maar van genade! U kunt alleen gematigd zijn door Christus, die u kracht geeft. Ons leven met zijn verlangen lijkt op een auto die in volle vaart een bochtige en steile weg afrijdt, terwijl de wagen geen rem heeft. Wij missen een rem, omdat wij gevallen zondaren zijn. Door de zonde werden onze verlangens slecht; daarom moeten wij er weerstand aan bieden.

Zelfbeheersing is een veldslag, een gevecht, zei ik. U en ik en iedereen zullen de slag verliezen, wanneer al onze hulptroepen bestaan in menselijke kracht. Maar wij zullen de strijd niet vrezen, als Christus aan onze zijde is. Zelfbeheersing is: leven in gerechtigheid, de waarheid voorstaan, zich als een eerlijk mens gedragen. Het is: een rem hebben en die gebruiken.

Dit is zelfbeheersing, matigheid, zoals Paulus bedoelde in zijn brief aan de Romeinen. Het vers dat aan Rom. 12:3 voorafgaat, luidt: Wordt deze wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door. de vernieuwing van uw gemoed, opdat gij moogt beproeven, welke de goede en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij-

Jonge mensen, uw zelfbeheersing moet uw geest dagelijks vernieuwen, zodat ge altijd matig zijt in uw denken om te beproeven wat de wil van God is. Zelfbeheersing is immers: de wil van God doen, niet de wil van christelijke mensen, niet de wil van wereldse mensen, maar de wil van God, uw verlosser en Koning, zodat ge in elk opzicht een sieraad moogt zijn voor de leer van God, uw Zaligmaker.

Korte toespraak door dr. H. Goedhart gehouden in de kapel van St. Paul's College te Limuru op 11 juli 1972.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1972

Alle Volken | 16 Pagina's

Met het oog op het Woord

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1972

Alle Volken | 16 Pagina's