Vrij en blij (1)

T. Eikelboom

„Onzin!" Vader is het er niet mee eens. Druk pratend zit een groepje mannen voor de hut. Het zijn mannen van de Pokot-stam in Kenya.

In de buurt is een blanke man komen werken.

Er is ook een school begonnen. Daar gaat het nu over. Vader vindt het dus onzin, die hele school, punt uit!

Leer je daar meer over geiten en koeien dan hij weet?

Leer je daar beter schieten met pijl en boog? Wat moet zijn zoon dan op die school?

Op een afstandje zit Kura met zijn vriendje Merkor.

Ze kijken elkaar eens aan. 't Zal hen benieuwen wat er gaat gebeuren. Gisteren is de onderwijzer in het dorp geweest.

Hij heeft met de mannen en vooral met de oude mannen gepraat, lang gepraat.

Ja, dat is nogal logisch. Die oudsten zijn belangrijk. Zij maken uit wat er wel en wat er niet mag gebeuren.

Nu is bekend geworden, dat die ondenwijzer kwam vragen of de kinderen van het dorp ook naar de school komen. Een man merkt op dat ze op school niet alleen iets leren, maar er ook nog iets krijgen:

eten en kleren. Ja, dat is een andere zaak. Sjonge, ja! Eten en kleren... dat is niet gek. Wat ze leren neem je dan desnoods op de koop toe.

De jongens halen de schouders maar eens op.

Het duurt te lang naar hun zin. Ze horen wel als er wat besloten wordt. Voorlopig gaan ze maar weer heerlijk spelen.

Merkor heeft een bal van strootjes gemaakt.

Daar kun je prima mee voetballen, zelfs op je blote voeten. Vliegensvlug rennen de jongens achter de bal aan.

Heldere stemmen klinken door de lucht. Het is bijna avond. Moeder is bezig met het vee, straks gaan ze eten.

Als er nu maar wat meer is dan gisteren.

Als ze er aan denken krijgen ze nog meer honger.

Hè, wat zouden ze graag eens willen eten tot ze helemaal vol zaten. Maar door de droogte groeit de mais niet en nu is er veel te weinig.

Tot slot gaan ze nog even kijken bij een groepje mannen die een spelletje met steentjes en kuiltjes zitten te doen. Spannend!

Dan is de dag om.

De jongens gaan naar huis. Als ze gegeten hebben is de korte schemering voorbij, het is donker geworden.

Nog even praten ze bij het nagloeiende vuurtje, dan gaan ze slapen. Op een paar oude lappen op de grond ligt Kura te wachten tot de slaap • komt.

Nog even kan hij denken over die school, over leren, over schooluniformen, over.. . Kura slaapt.

De volgende dag zijn Kura en Merkor samen bij de geiten waar ze op moeten passen. Dat kunnen ze heel goed. Ze zijn al echte herders.

Het is moeilijker dan je denkt om voor de geiten te zorgen. Waar vind je gras als er bijna niets is?

Waar is water als alles verschroeit van droogte? Ja, dat zijn dingen die Pokot-herders weten moeten.

De geiten knabbelen aan wat sprietige sprietjes.

De jongens zitten in de schaduw van een struik er naar te kijken. Ze zijn een beetje lui.

„Toch gek. ..", mompelt Kura. „Wat is gek? ", wil Merkor weten „Nou, kijk iedereen kan lachen. Maar dieren kunnen dat niet. Ze kunnen wel allerlei geluiden maken, je hoort het als ze pijn hebben.

Maar lachen, nee dat kunnen ze niet." „Hm, ja, daar zit wat in", moet Merkor toegeven.

„Weet je wat", zegt hij, „we gaan proberen om een geit lachen te leren. Ik heb een hele makke geit, die wil het misschien wel."

Even later zijn de jongens druk bezig met de „lach-cursus". Het komt er op neer dat Merkor de geit vasthoudt, tenwijl Kura het arme dier kietelt en met een strootje kriebelt. De geit probeert weg te komen en springt uit alle macht.

Maar lachen, ho maar! Kura gaat op zijn knieën voor de eigenwijze geit liggen. „Kijk domme geit, zo moet je lachen."

Hij trekt de wonderlijkste snuiten, maar zonder resultaat. Plotseling Is de geit het zat. Met een ruk springt ze vooruit en ontglipt aan de handen van Merkor Boem!

Kura krijgt een duw van de boze geit zodat hij In het zand rolt. Merkor rolt bijna ook om, maar dat is van het lachen. Wat hebben ze een schik!

De geit maakt van de gelegenheid gebruik om met een paar malle sprongen te maken dat hij wegkomt.

Ineens is de geit vergeten. Een auto!

Heel In de verte wordt het geronk van een automotor hoorbaar. De jongens lopen vlug naar de weg. Dat zandpad is de enige weg hier, dus zal die auto hier wel langskomen...

(wordt vervolgd)

Hallo jongens en meisjes,

Dit keer heb ik niet zoveel ruimte om te schrijven, omdat er nogal wat winnaars bekend gemaakt moeten worden. Allereerst de winnaars van de jeugdkrant. De oplossing van het kruiswoordraadsel was; dankgebed. Uit een hele stapel inzendingen zijn de volgende winnaars tevoorschijn gekomen:

1. Sietske Landeweerd, Rijssen 2. Marion de Ridder, Klaaswaal 3. Heidi Quist, Sint-Annaland 4. Karianne Braat, Lekkerkerk 5. Erik Mussche, Staphorst 6. Jaap Peelen, Wekerom 7. Harry Propitius, Putten 8. Desirée Kramer, Randwijk 9. Marlies Libregts, Vlaardingen 10. Peter Koolstra, Ede 11. Ciska van Kleeft, Lienden 12. Kees Weeda, Nieuwendijk 13. Wim Duizer, Gorinchem 14. Edwin Kok, Mastenbroek 15. Jan de Bruin, Elspeet

Nu de winnaars van de puzzel uit het februarinummer van Alle den Volcke. Hier komen ze:

1. Christiaan Streefkerk, Lexmond 2. Leon de Jong, Ouderkerk a.d. IJssel 3. Lizeth van Herk, Gouderak 4. Marco 't Gilde, Brakel 5. Marjolein v.d. Neut, IJsselstein 6. Karin Kwakernaak, Molenaarsgraaf 7. Marja Markus, Haastrecht 8. Jettie de Jong, Twijzelerheide 9. Axel van Voorene, Rotterdam 10. Carolien Lanser, Sliedrecht Alle winnaars van harte gefeliciteerd.

De Goede Herder

Zoals jullie wel zullen weten gaan veel van de gelijkenissen die de Heere Jezus vertelde over het gewone dagelijkse leven van de Joden.

Een heel bekende gelijkenis is die waarin de Heere Jezus Zichzelf vergelijkt met een herder. De Herder zorgt zo goed voor Zijn schapen, dat Hij Zijn leven er voor wil geven. Als er eens een schaap afgedwaald en de weg kwijt is, zoekt Hij net zolang tot Hij het gevonden heeft.

Voor ons is dit natuurlijk een heel mooie gelijkenis. Maar weet je voor wie deze gelijkenis nog mooier is? Voor de mensen die zelf herder zijn en heel hun leven met dieren omgaan. Dat zijn de mensen die wonen in het noorden van Kenya, de Pokot en de Turkana. Zij begrijpen heel goed wat de Heere Jezus bedoelt, want ook zij moeten soms hun dieren met hun eigen leven beschermen voor mensen die het vee willen stelen. Zij moeten er ook de hele dag voor zorgen.

Daarom kun je in het kerkje van Amolem een raam vinden waarin de Goede Herder afgebeeld wordt. Op de foto kun je het raam zien.

De nieuwe puzzel

Nu de nieuwe puzzel. Je kunt er het beste de Bijbel bij nemen als je het antwoord niet meteen weet. De vragen moet je beantwoorden in de hokjes. Heb je alle vragen ingevuld, dan zie je in de grijze vakjes een aantal letters. Die letters staan door elkaar en als je ze in de goede volgorde zet, krijg je een naam.

1. Een vrouwelijke richter (Richteren 4) 2. Vrouw van Izak. 3. Vrouw van David, die eerst met Nabal getrouwd was (1 Samuel 25). 4. Eerste mens. 5. Man van Naomi. 6. Vrouw van Jacob. 7. Koning die regeerde tijdens de geboorte van Christus. 8. De discipel die de Heere Jezus met een zwaard wilde verdedigen. 9. Abrams naam werd veranderd in (Genesis 17). 10. Zij keerde terug naar Moab. 11. Aangenomen dochter van Mordechaï.

Die naam moet je opschrijven en binnen veertien dagen sturen naar het bureau van de GZB, Utrechtseweg 117, 3702 AB Zeist.

Maak je er weer wat leuks van?

Tot de volgende keer!

H.F.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen