GEBED VOOR JONGE CHRISTENEN

DS. J.E. DE GROOT, GORINCHEM

We lezen niet zo veel over het gebedsleven van Paulus. Zeker, in 2 Korinthe 12 bidt hij voor zichzelf, om verlost te woorden van de doorn in zijn vlees. Maar verder is Paulus meer degene die de christelijke leer uiteenzet, de leer van wet en evangelie, van zonde en gerechtigheid.

Toch ontmoeten we hier, in Efeze 3, Paulus in gebed. Maar dan vooral in de voorbede voor anderen, voor jonge christenen. Paulus , , buigt zijn knieën" (vers 14). Dat is een goede gebedshouding. Wij moesten ook méér persoonlijk en samen op de knieën gaan. Minder vergaderen en redeneren, en méér op de knieën, dan zouden er ook vandaag meer wonderen gebeuren. Wie het diepst buigt, ontvangt de meeste zegen.

Hij bidt tot , , de Vader van onze Heere Jezus Christus". Dat is zeer vertrouwelijk, dat is de Vadernaam spellen. Hij bidt ook tot de Machtige, de Schepper „uit Wie al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt". Dat is die grote God, van wie engelen, mens en dier het leven ontvangen hebben.

En wat bidt Paulus? En wét mogen wij vragen voor jonge christenen, die overzee leven en tot geloof zijn gekomen? Wat hebben zij nodig? Vier dingen worden hier genoemd, vier keer staat hier, , opdat" (vs. 16, 17, 18 en 19b).

a) „Opdat Hij u geve, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens.”

Kracht en versterking. Want het geestelijke leven kan weer zo gauw bedreigd worden, Aan jonge christenen wordt vaak getrokken door vrienden van vroeger, door machten die het tevoren (vóór de bekering) voor het zeggen hadden. Wat is de verzoeking dan groot voor terugval, voor afval.

Maar ook wij hebben versterking nodig. Satan gaat rond, het ongeloof is sterk en zelf zijn we zwak. Houd ik het wel vol? We mogen bidden ook voor elkaar om kracht, om versterking door de Heilige Geest.

Dan gééft God ook die kracht, steeds weer op tijd. Dan zingt u weer: , , Gij hebt mijn ziel, op haar gebed, verhoord gered, haar kracht gegeven.”

b). „Opdat Christus door het geloof in uw harten wone.”

Zeker, Christus was in het leven van de Efeziërs gekomen (2:1-10). Maar het was nodig dat Christus de Hoofdbewoner zou zijn in hun hart. „Wonen" veronderstelt: ermanente aanwezigheid. En dat is zo rijk. Het Avondmaalsformulier zegt dat , , wij niet meer in onze zonden, maar Hij in ons en wij in Hem leven zouden.”

Is dat werkelijkheid voor ons? Of is er heimelijk nog een plaatsje voor de afgoden, voor boezemzonden, voor ons eigen , , ik"? Of zijn we zelfs nog onbekeerd, zodat de duivel zetelt in ons hart?

Gelukkig belooft Christus: , Wij zullen tot hem komen en zullen woning bij hem maken" (Joh.14:23). Met die belofte mag u altijd werkzaam zijn.

c). „Opdat gij ten volle kondet begrijpen met al de heiligen welke de breedte en lengte en diepte en hoogte zij en bekennen de liefde van Christus.”

Het gaat hier om de liefde van Christus. Dat was een liefde tot de Vader en een liefde tot Zijn gemeente. Een onbegrijpelijke, eenzijdige liefde tot in de dood. Romeinen 5 zegt: , , Het is een liefde voor vijanden, voor zondaren". Welnu, die liefde is onmetelijk, de omtrek en omvang is niet te fixeren.

Om daar nu iets en steeds meer van te verstaan, daar bidt Paulus om. Dat hadden de Efeziërs nodig. En wij ook. We verstaan altijd ten dele. Er is nog zoveel méér. Er is een overvloed van liefde in Christus.

Ja, slechts met al de heiligen verstaan we veel meer. (Zelfs „ten volle", staat hier). We hebben christenen uit andere landen nodig. Hun geloof is vaak directer, authentieker. Hun geloofsuiting spontaner. Daarom is er o.a. zending, om ook zélf te groeien in de genade van Christus.

d). „Opdat gij vervuld wordt tot al de volheid van God.”

Ook dat! De Efeziërs waren nog niet geheel vervuld met de Heilige Geest. Het geloofsleven was onder de maat. Later klinkt zelfs het verwijt tot hen:

„Ik heb tegen u dat ge uw eerste liefde hebt verlaten” (Openb.2:4).

Ook wij hebben de vervulling van de Heilige Geest nodig. Het hoeft toch niet te blijven bij enige druppels van de Heilige Geest? !

Er is een volheid in God!

En vanuit de volheid schenkt Hij mild en overvloedig.

Dat is Pinksteren! , , Ze werden allen vervuld met de Heilige Geest.' Dan is het hart vol. Dan ga je zingen en getuigen van Hem,

Rijk is deze voorbede. Bidt u zo voor christenen overzee, om deze vier zaken. En ook voor de christenen in Nederland.

Of dat gebed verhoord wordt? Zeker, want er is er Eén , , Die machtig is méér dan overvloedig te doen boven al wat wij bidden of denken" (vs.20). Boven bidden en denken doet Hij wonderen!

Daarom zij , , Hem de heerlijkheid in de Gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot alle eeuwigheid. Amen.” (vs.21).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen