Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

JAKOBO'S VRIEND

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JAKOBO'S VRIEND

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er loopt een jongen door het stoffige zand. Het lijkt wel of hij haast heeft. A en toe loopt hij even hard, dan loopt hij weer hijgend verder. Hij heeft tranen zijn ogen. Het is ook zó erg. Zijn vriend is heel ziek en nu wil hij vlug naar hem toe om te kijken hoe het met hem is. Het is zijn beste vriend! Weer loopt hij haas tig door om er maar vlug te zijn. Weet je hoe die jongen heet? Hij heeft Jakobo.

Kennen jullie Jakobo? Het is een Afrikaanse jongen met een gitzwarte huid, met mooi kroeshaar en prachtige witte tanden. Hij woont hier ver vandaan. Je moet met een vliegtuig uren reizen. En als je dan uit het vliegtuig stapt, ben je er nog lang niet. Dan moet je in een Landrover over hobbelige wegen nog twee dagen reizen... Dan ben je in het dorpje waar Jakobo woont - in Lokichar. Zijn land heet Kenia.

Vorig jaar zag ik hem nog. Jakobo liep met zijn vriendjes te spelen vlak bij ons huis. Hij behoort tot de stam van de Turkana. Prachtige, fiere mensen, maar ook woeste, en dappere krijgers. Het zijn lange mensen, die statig rondtrekken door hun prachtige land. Ze hebben kamelen, geiten en schapen. Ook een paar ezels om de bagage te dragen. En op plaatsen waar genoeg gras groeit ook nog wat koeien. Omdat ze steeds rondtrekken met hun vee, noemen we ze nomaden.

Het Turkanaland is een halfwoestijn. Overal verspreid staan er wat bomen en hier en daar wat doornige struiken. Langs de droge rivierbeddingen staan wat grotere bomen, want daar vinden ze met hun wortels diep in de grond voldoende water.

Je kunt in het Turkanaland heel ver kijken. De bergen, wel 100 km. ver weg bij de grens met Oeganda, kun je heel goed zien.

In dit gebied woont Jakobo. Hij vindt het fijn om daar te wonen.

Overal door het Turkanaland verspreid zie je de hutjes van de mensen staan. Vaak in groepjes bij elkaar. Hutten, gemaakt van takken die bij elkaar gebonden zijn, met daar overheen huiden van beesten of wat je nu ziet karton en plastic. In die hutten wonen de Turkana mensen met hun vee binnen een omheining vlak bij zich.

En elke dag staat de zon te branden aan de hemel. Als de zon hoog aan de hemel staat, zoekt iedereen de schaduw van een struik of boom op. Het zand is dan gloeiend heet geworden van de zon, maar de Turkana lopen daar op hun blote voeten rustig overheen. Hun voetzolen kunnen daar best tegen.

Op de zandpaadjes kom je soms slangen, spinnen of schorpioenen tegen. Jakobo is gelukkig nog nooit door één van hen gebeten, want dat kan zeer doen! En het is nog gevaarlijk ook, je wordt er heel ziek van. Ja, Jakobo woont in een heel ander land dan jullie.

Weet je wat fijn is? ! Jakobo kent de Heere Jezus! Hij heeft van de Heere Jezus gehoord, op school en met zijn vader en moeder in de kerk in Lokichar. Zijn vader is ouderling in de kerk.

Maar veel van Jakobo's vriendjes kennen de Heere Jezus niet. Zij geloven in de verhalen die ze thuis horen van oma en opa en van hun vader en moeder. Weet je wat zij vertellen?

Vroeger was er ook een god voor de Turkana, maar die god is ver weggegaan. Er waren twee vrouwen samen aan het vechten met stokken. Eén van de vrouwen sloeg zo hoog door de lucht dat ze de god van de Turkana raakte. Dat mocht niet en toen is die god ver weggegaan.

Nu moeten de Turkana hun god maar niet meer lastig vallen. Ze moeten maar aan de overleden voorvaders vragen hoe ze hun problemen moeten oplossen.

Dan vragen ze aan hun profeten of toverdokters wat ze moeten doen. Die zeggen vaak: een geit slachten of als het heel moeilijk is een koe slachten.

Jakobo weet gelukkig dat God, de Vader van de Heere Jezus, wel dicht bij ons is en ons ziet en kent. De Heere Jezus wil je Vriend zijn. God is niet kwaad weggelopen. Onze God is met ons!

Wat vindt Jakobo dat fijn! Hij wil het wel aan iedereen vertellen. Vooral aan de mensen die het zo moeilijk hebben, of verdrietig zijn, of pijn hebben.

Aan al die dingen loopt Jakobo te denken, nu hij op weg is naar zijn vriend Lokai. Iemand kwam zeggen dat Lokai ziek is.

Vanmorgen vroeg was Lokai met de geiten van zijn vader op pad gegaan. Hij moest ver weg, omdat er zo weinig eten was voor de geiten. Hij is helemaal tot aan de berg gegaan en daar moet je heel goed oppassen voor de slangen en spinnen die tussen de stenen zitten. En Lokai lette ook goed op! Eén van de geiten probeerde er vandoor te gaan. Lokai pakte gauw een steen en gooide die naar de geit. Maar onder die steen zat een grote spin en die beet van schrik in Lokai's vinger.

Au - dat deed zeer. Lokai zag de grote spin en schrok. Een Turkana herdersjongen weet dat je van een spinnebeet heel ziek kan worden. Gauw riep hij zijn geitjes bij elkaar en zo snel mogelijk probeerde hij thuis te komen. Gelukkig kwam hij een buurjongen tegen, die hem heeft geholpen. Toen Lokai thuiskwam, kon hij al niet meer praten. Het vergif werkt heel snel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1989

Alle Volken | 16 Pagina's

JAKOBO'S VRIEND

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1989

Alle Volken | 16 Pagina's