Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkregering VIII Verkiezing van ouderlingen en diakenen 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkregering VIII Verkiezing van ouderlingen en diakenen 1

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van allerlei vragen die mij gesteld worden lijkt het mij dienstig om in een paar artikelen iets te zeggen over de verkiezing van ouderlingen en diakenen. Het is niet de bedoeling om deze materie breedvoerig te behandelen maar om de aandacht te vestigen op een paar belangrijke zaken.

De verkiezing van ouderlingen en diakenen is vooreerst een van de meest gewichtige dingen in het kerkelijke leven. Het is vanzelfsprekend van buitengewoon groot belang voor het welzijn van de kerk dat er goede en bekwame dienaren des Woords zijn, maar het is van niet minder belang dat er goede en bekwame ouderlingen en diakenen zijn. Ja, men zou zelfs de stelling kunnen poneren dat het laatste prioriteit geniet, want als er geen bekwame ouderlingen en diakenen zijn zal de kerk vroeg of laat overgeleverd zijn aan onbekwame dienaren des Woords, afgedacht dan nog van het ontstaan van allerlei misstanden in het kerkelijke leven met alle geestelijke schade daaraan verbonden en daaruit voortvloeiende. Het is dan ook zaak èn voor kerkeraad èn voor gemeente om aan de eisen voor deze ambten vast te houden die de Heilige Schrift stelt bijv. in 1 Tim. 3 : 1-7 en Titus 1 : 5-9. Het Convent van Wezel, 1568, heeft te dien aanzien dan ook uitdrukkelijk uitgesproken: „Met alle kracht zal men zich echter daarop toeleggen, dat die dingen aanwezig zijn, die Paulus vereist, nl. een onbestraffelijk leven, zuivere religie, uitstekende godzaligheid en geestelijke wijsheid, waarbij het bovenal nuttig zal wezen, dat enige kennis ook van burgerlijke zaken gevoegd worde. Vóór alle dingen echter zullen zij zover mogelijk verwijderd zijn van alle eerzucht en begeerte naar roem, ja ook van alle vermoeden van eerbejag”. Cap. IV, 6, verg. Cap. V, 2. Had men zich aan deze regel gehouden, dan zouden de kerken der Reformatie in ons land in de 17e en 18e eeuw, menselijkerwijs gesproken, nooit in zulk een vervallen staat zijn geraakt als nu het geval is geweest! Men leze er maar eens op na wat mannen van de zgn. Nadere Reformatie als Koelman e.a. daarover geschreven hebben. Wij willen dan ook met alle nadruk herinneren aan de Schriftuurlijke eisen voor de ambten van ouderling en diaken: onze kerken, of beter gezegd, de kerk des Heren zal er wel bij varen, en zo niet, het verval zal steeds groter worden.

Voorts zij de aandacht gevestigd op de noodzakelijkheid van het vaststellen van een plaatselijk reglement voor de verkiezing van ouderlingen en diakenen. Het blijkt telkens weer dat er nog maar al te veel kerkeraden zijn, die zulk een reglement niet hebben vastgesteld. Men gaat bij de verkiezingen naar plaatselijke gewoonten te werk. Dit kan lange tijd goed gaan maar op een goede of liever op een kwade dag wreekt zich het ontbreken van een reglement voor de verkiezingen en allerlei narigheden, twisten, verdeeldheden, enz. zijn het gevolg, dit alles tot schade voor de gemeente en tot blijdschap van de machten der duisternis. Men zegge niet, dat dit overdreven is. Ik herinner mij, om een enkel voorbeeld te noemen, dat er in een bepaald niet kleine gemeente wegens het ontbreken van een reglement voor de verkiezingen ernstige moeilijkheden ontstonden bij verkiezing voor ouderlingen. Men heeft, gelukkig, een oplossing kunnen vinden. Maar de kerkeraad, die attent was gemaakt op de noodzakelijkheid een reglement voor de verkiezing vast te stellen teneinde dergelijke moeilijkheden, als daar waren ontstaan, te voorkomen, meende in het oude spoor voort te moeten gaan: men achtte zulk een reglement overbodig. Een paar jaren later deden zich in dezelfde gemeente opnieuw moeilijkheden voor bij de verkiezing van ambtsdragers. Ook ditmaal werd een oplossing gevonden, al ging dit niet zo gemakkelijk. Toen was de kerkeraad gewonnen voor de gedachte een reglement voor de verkiezingen vast te stellen; dit is geschied en na die tijd heeft men geen moeilijkheden meer gehad bij de verkiezing van ambtsdragers.

Ik geef dit voorbeeld om alle kerkeraden te wijzen op de noodzakelijkheid om goede aandacht aan deze zaak te besteden. Ten gerieve van de kerkeraden besloot onze generale synode van 1947 een concept-reglement voor de verkiezing van ouderlingen en diakenen als bijlage achter de uitgave van de Kerkorde op te nemen. Men kan dit concept in de uitgave van de Kerkorde, zoals die verscheen in 1954, vinden op bladzijde 90.

Op een m.i. noodzakelijke kleine verandering hoop ik nog terug te komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1964

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Kerkregering VIII Verkiezing van ouderlingen en diakenen 1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1964

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's