Kerkregering XVIII
Kan deze legende over belijdenisafleggen en Avondmaalvieren de wereld niet uit?
2. Wat hebben de vaders der Afscheiding gezegd?
In het vorige artikel gaf ik enkele uitspraken van synoden en classen uit de 16e en 17e eeuw. Nu willen wij luisteren naar wat de vaders der Afscheiding in de vorige eeuw hebben gezegd over het verband tussen belijdenis-doen en Avondmaal-vieren.
De eerste generale synode van de Afgescheiden kerken, in 1836 te Amsterdam, vanwege de vervolging in het geheim gehouden, sprak uit:
De lidmaten der gemeente Jesu Christi zullen ernstig vermaand en opgewekt worden, om zich te wachten voor verachting van het bondzegel des H. Avondmaals, hetzij door de verwaarloozing van de onderzoeking der H. Schriften en het opwassen daardoor in de kennisse der zaligmakende waarheden, waardoor de lidmaten belet worden om het lichaam des Heeren Jesu Christi wel te onderscheiden, hetzij door het verzuimen van het H. Avondmaal door verkeerde toepassing vermaning: De mensch beproeve zich zelven en ete alzoo van dit brood en drinke van dezen drinkbeker; zullende de Opzieners en Herders naarstige wacht houden over de wegblijvers van het H. Sacrament, dezelve opzoekende in hunne woningen en onderzoekende naar de redenen van het wegblijven, opdat, zoo er eenig gemoedsbezwaar mogt aanwezig zijn, dit bezwaar naar den Woorde Gods uit den weg geruimd worde, en de bekommerden opgewekt, om tot Christus te komen, en niet alleen te betuigen, dat zij midden in den dood liggen, maar ook te erkennen en te betuigen, dat Christus Zijn bloed voor Zijne gemeente vergoten heeft, en niet alleen de verzekerden en verzegelden, maar en vooral de bekommerden en verlegenen met de teekenen en zegelen Zijns Verbonds wil troosten, opdat alzoo ook dit H. Sacrament tot het regte einde in de gemeente bediend moge worden. De ergerlijken in leer of leven zullen gecensureerd en, even als zij die geene lidmaten zijn, van de tafel des Heeren geweerd worden. Acta art. 61.
Alzo sprak de synode van 1836, nadat zij reeds had uitgesproken: dat niemand erkend mag worden voor een lidmaat van de Kerke Christi, dan op belijdenis des geloofs, en geenszins ten gevolge van het van buiten leeren van eenige waarheden, Acta art. 59. De woorden: belijdenis des geloofs staan in de synodale acta cursief.
Zonder twijfel hebben deze synodale uitspraken invloed geoefend in de Afgescheiden kerken, maar het is zeer te betreuren dat in sommige streken van ons land allerlei individualistische en subjectivistische invloeden, om van spiritualistische invloeden maar te zwijgen, de kracht van de wijze, synodale woorden hebben gebroken, zo zelfs, dat hier en daar het tegendeel ontstond van wat de synode van 1836 bedoelde: men ging hen, die wél aangingen aan het Avondmaal opzoejien, om bij hen een onderzoek in te stellen, of hun toetreden wel gerechtvaardigd was, althans in de ogen van de ambtsdragers. En hen, die niet aan het Avondmaal deelnamen, ging men juist niet opzoeken en vermanen of onderwijzen en opwekken, zoals de synode gezegd had. Een en ander leidde tot spanningen in het kerkelijk leven, zodat een nieuwe synodale uitspraak nodig was. Wij bedoelen de uitspraak van de synode van Dordrecht, 1879. Het is van belang een en ander nog eens in herinnering te brengen en de uitspraak van 1879 volledig weer te geven. Maar omdat deze synodale verklaring nog al lang is, bewaren wij haar voor een volgend artikel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's