Ouderling en ziekenbezoek
Er blijkt behoefte te bestaan aan een eenvoudig artikel over bovenstaand onderwerp. Het is niet de bedoeling op alle facetten van het ziekenbezoek in te gaan. We willen alleen proberen ouderlingen die voor deze taak gesteld worden te helpen door hun het volgende ter overweging aan te bieden. Ook hiervan geldt: wat in de situatie niet past, late men terzijde; wat men gebruiken kan, daarmee doe men zijn winst.
Het doel van het ziekenbezoek kan men omschrijven als het brengen van het Woord van God aan de zieke. Daarmee heeft men het ambtelijke van het ziekenbezoek verdisconteerd en tegelijk duidelijk gemaakt dat het niet maar zo een bezoekje is, dat uit vriendschap of belangstelling gebracht wordt. Het is een bezoek waarin de ambtsdrager namens Christus komt. Misschien lijkt deze omschrijving wat erg zwaar voor het ziekenbezoek. Toch kunnen we met minder niet toe.
Men kan dat ’brengen van het woord Gods aan de zieke’ ook nog wel anders omschrijven. Dan denk ik aan 'sterken in het geloof’. Daartoe brengt men toch het Woord van God om deze mens in het geloof te sterken, of — waar dat geloof er niet is — tot het geloof te brengen.
Het ligt voor de hand dat een zieke zijn ziekzijn verwerken moet. Hij kan met aanvechtingen te maken hebben. Zijn ziek zijn kan een beproeving, zelfs een verzoeking voor hem zijn. Juist in die situatie is het Woord van God nodig om de verzoeking te weerstaan en de beproeving te doorstaan.
Nog iets anders laat zich als doel van het ziekenbezoek denken. Het geloof moet ook verdiept worden. De Here gebruikt soms dagen van ziekte om Zijn kinderen daartoe te brengen. We moeten als ambtsdragers bij het ziekenbezoek daarop gericht zijn. Hoe heerlijk is het, wanneer door tegenslag geleerd wordt, dat men op de Here aan kan. Hoe versterkend voor het geloof is het te ervaren dat God zijn belofte vervult en inderdaad zeer nabij is, degenen die Hem in de nood aanroepen. Hoe wonderlijk verrijkend kan het wezen als we in zulke dagen de Here echt als Hoorder van het gebed ontmoeten.
Een laatste facet van het doel van het ziekenbezoek is er toe te dienen dat het geloof vruchten draagt. Dit hangt natuurlijk nauw met het voorgaande samen. Waar het geloof verdiept wordt zal het ook vrucht dragen. Het is goed daarop even apart de aandacht te vestigen. Welke zijn die vruchten dan? Vertrouwen op God, onvoorwaardelijke overgave aan zijn leiding, het zich diep afhankelijk weten van de Here en het steeds duidelijker zien dat alleen van Hem echte hulp kan komen, en dat mensen instrumenten in zijn hand zijn. De hoop op God zal sterker worden evenals de liefde tot Hem.
Ik ben me ervan bewust dat elk van deze drie punten veel breder uitgewerkt kan worden. Dat ligt niet in de opzet van dit artikel. Ik stipte maar enkele dingen aan. Wie wel eens op een ziekenbezoek geweest is, zal er iets van de problemen en bedoelingen in terug vinden.
De vraag naar het hoe moet ook gesteld worden. Bij de beantwoording ervan wordt wel heel duidelijk dat we geen regels als recepten kunnen voorschrijven. Het zijn weer overwegingen, waarvan ieder naar behoefte gebuik kan maken.
Omdat de lichamelijke gesteldheid bij ziekte een belangrijke rol speelt, is het goed te beginnen met een voorzichtige informatie daarnaar. Men wachte zich ervoor eigen gemakzucht en onnadenkendheid te demonstreren met de stereotiepe vraag: Hoe gaat het er mee? Stel eens voor hoe pijnlijk het is als iemand voor de zoveelste keer moet zeggen: minder goed dan een week geleden. Behalve mensen die gesteld zijn op het beklag van anderen, zal verder niemand het prettig vinden zoiets te moeten zeggen. Dan komt er een licht ontwijkend antwoord met het gevolg dat er door de eerste vraag al een storing in het contact is. Veel beter is het er blijk van te geven dat men zich de situatie van de zieke ingedacht heeft en dat men zijn vraag daarop afstemt. Men kan beginnen met: u hebt zeker wat pijn? Als men al vaker bij een zieke geweest is en er weinig vooruitgang te bespeuren valt, kan men ook beginnen met iets over de sfeer op de zaal te vragen of naar de verzorging. Dan stelt men de zieke zelf niet direct in het centrum en kan men zo langzamerhand toch wel in het gesprek bij hem terecht komen. Men kan al deze vragen niet altijd van te voren overwegen. Er komt veel aan op de intuïtie van het ogenblik. Toch is het goed zich op een bezoek voor te bereiden en zich de toestand van de patiënt in te denken. Verder lijkt het me de moeite waard over een gebracht bezoek eens na te denken. Als men het gevoel heeft, dat het ergens scheef gegaan is ,moet men zich proberen bewust te maken: door welke vraag of bij welke opmerking gebeurde dat? Waar ontstond de kortsluiting. Een dergelijke fout op te merken betekent iets te leren voor het volgende bezoek.
Het is ook goed na te gaan of de zieke over bepaalde dingen uit het gewone leven tobt. Ik heb nu vooral het oog op zieken in het ziekenhuis. Moeders kunnen soms zorg hebben over het gezin, een man over zijn vrouw die alleen staat. Het kan nodig zijn dat een patiënt die zorg uiten kan. Daar moet de arribtsdrager-ziekenbezoeker oor voor hebben. Misschien dat hij op de een of andere wijze, eventueel door anderen in te schakelen, ook nog enige hulp kan bieden. Van welke aard de zorgen ook zijn, die de zieke zich maakt, men moet proberen het zover te laten komen, dat deze zorgen uitgesproken worden.
Er kan ook kritiek zijn op de verzorging, op de dokter of een verpleegster, op mensen die het bezoek niet tot een aangenaam uurtje maken. Men moet voor die kritiek open staan, zonder evenwel mee te gaan praten. Men zoeke de goede kanten op en brenge die de patiënt onder het oog, of men wijze op het moeilijke van de omstandigheden. Indien er zulke dingen aan de dag komen, dat er inderdaad ingegrepen moet worden, dan doe men dat, hetzij via familie, hetzij rechtstreeks zelf.
Wie de beleefdheid in acht neemt om zich in een ziekenhuis even te melden bij het kantoortje van de hoofdzuster, kan met haar soms ook een gesprekje over de patiënt krijgen. Dat zal een eventueel contact over zorgen van de patiënt vergemakkelijken. Men moet er wel voor oppassen zich niet te mengen in zaken die allereerst de familie raken of tot de taak van de familie behoren.
Nu kom ik tot het persoonlijk gesprek met de zieke. Men moet proberen diens hart te raken. Dat kan door middel van een heel directe vraag. Het kan ook blijken dat de indirecte weg nodig is. Men brenge een stukje uit de Bijbel ter sprake en probere vandaaruit contact met de zieke te krijgen. Hoe men dat contact tot stand brengt, valt niet in een regel voor te schrijven. Het is altijd weer een geschenk. Men zal er om moeten bidden voor men het bezoek brengt en zich de situatie van de patiënt moeten indenken. Kent men iemand een beetje of heel goed, dan ligt het uiteraard veel gemakkelijker dan wanneer men iemand in het geheel niet kent. In dit laatste geval zal men voorzichtig tastend zijn weg moeten gaan. Maar zelfs wanneer men iemand wel kent, is het lang niet zeker dat elk bezoek ook tot echt diepgaand contact leidt.
Wat mij als bijzonder noodzakelijk voorkomt is dit, dat men in elk geval een duidelijk sprekend bijbelwoord aan de zieke meegeeft. Dan heeft hij in elk geval iets om over na te denken. Soms zijn we geneigd met onze eigen ervaringen of met wat we van anderen hoorden de zieke te helpen. Ik geloof dat we de neiging om daarmee aan te komen sterk moeten weerstaan. Het is veel beter een kort woord uit de Bijbel mee te geven. Zelfs als men het gevoel heeft dat het gesprek eigenlijk een mislukking geworden is, kan het nog goed zijn aan het einde van het bezoek een Bijbelwoord achter te laten. Dat moet men natuurlijk niet gewrongen en krampachtig doen, om toch vooral maar een tekst uit te spreken. Men doe het in het vertrouwen dat Gods woord machtig is en helpen kan, zelfs daar waar wij met onze woorden machteloos staan.
Meermalen heb ik gemerkt dat zulk een woord, „als een pijl in zijn eenvoudigheid afgeschoten”, doel trof. Later hoorde ik dan hoe de zieke geholpen was door het woord, waarvan ik wel eens dacht: wat kan het deze vrouw eigenlijk doen?
Het is ook goed bij het ziekenbezoek niet naar een duidelijke afronding van het gesprek te streven. Men zal dat bij het huisbezoek over het algemeen wel doen. Voor het ziekenbezoek acht ik dat minder nodig, ja zelfs niet gewenst, tenzij men over een bepaald probleem gepraat heeft. Dan mag men het er niet zo maar bij laten zitten en moet men tot een goede afsluiting proberen te komen.
Wanneer men het gevoel heeft, dat een spoedig volgend bezoek nodig is, verzuime men niet die taak uit te voeren. Beter is het zich zulk een bezoek voor te nemen dan het te beloven zonder de belofte uit te voeren. Wie tegenover zieken zijn belofte niet nakomt, schendt het vertrouwen dat de patiënt in de ambtsdrager stelt. Wanneer men eventueel voor een tweede bezoek geen tijd heeft, omdat nog andere zieken wachten, lijkt het me beter dat een andere die tweede bezoekt. Niet te veel verschillende ambtsdragers bij één zieke. Wie vaker komt, wint vertrouwen en krijgt daardoor meer begrip voor de zieke.
Wie in een ziekenhuis een bezoek doet, moet proberen als de zaal niet te groot is, elk van de patiënten de hand te geven. Dat wordt over het algemeen op prijs gesteld. Vooral nu de kamers kleiner worden, is daartoe meer mogelijkheid. Als men op een kamer van twee komt, kan de kennismaking aan het begin plaats vinden. Als men het gesprek met de eigen patiënt beëindigd heeft, kan men ook naar de gezondheid van de ander informeren. Soms wordt het bijna vanzelf een gesprek van drie mensen.
Als de zaal wat groter is, kan men het beste vóór men gaat lezen de andere patiënten de hand geven. Een enkel persoonlijk woord zal hen ook meer geïnteresseerd doen luisteren. Vergeet in dat gebed deze mensen met hun familie of gezin niet.
Moet men altijd bidden aan het eind van een ziekenbezoek? Daarop zou ik volmondig met ja willen antwoorden. Of men het altijd met de zaal moet doen, hangt van • verschillende factoren af. Het kan in het gesprek zo gelopen zijn, dat men het heel persoonlijke van dat gesprek in het gebed aan God voorlegt. Het kan ook op de zaal zo druk zijn, dat men de aandacht van de hele zaal niet vragen kan.
Vooral wel bij het bezoek in ziekenhuizen kan men niet naar een vast schema te werk gaan. Men moet altijd weer letten op de omstandigheden en zien wat mogelijk is. Als regel stelle men zich dat men niet zonder schriftlezing en gebed wegga.
Men komt ook namens de gemeente. Het kan wezen dat er in het contact van de gemeente en de zdeke verbetering gebracht moet worden. Dan doe men daar zijn best voor. Men kan een broedeT of zuster vragen eens een bezoekje te brengen. Men kan ook een gezin uitnodigen wat aandacht aan het gezin van de patiënt te besteden.
Bij het ziekenbezoek leren we wel in het bijzonder hoe zwak onze krachten zijn. Het leert ons ootmoed. Wie zijn wij dat we dit werk kunnen doen? Het zal alleen kunnen in vertrouwen op Christus, Die ons zendt.
Tot slot enkele gedeelten die zich er voor lenen bij een zieke gelezen te worden. Psalm 23, 42, 62, 73 (het slot bij iemand die ongeneeslijk ziek is), 91, 118, 146, Mattheus 6 : 25 en volgende, 7 : 7-12, Johannes 10, 15, Romeinen 8, 1 Korinthe 15, Filippenzen 4 : 4-7, 1 Petrus 5 : 6-10, 1 Johannes 5, Openbaring 5 en 22. Soms zal men van deze schriftgedeelten maar enkele verzen kunnen lezen. Natuurlijk zijn er nog vele andere gedeelten, waaruit men keus kan maken. Ook voor het ziekenbezoek is het nodig zijn Bijbel te kennen. Het lijkt me goed niet van te voren te beslissen wat men lezen zal. In de loop van het gesprek kan er een tekst of gedeelte in de gedachten komen, dat goede aansluiting geeft bij wat men besprak.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969
Ambtelijk Contact | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969
Ambtelijk Contact | 12 Pagina's