Discussie in de middagbijeenkomst
Na de gezellige broodmaaltijd kwamen de vragen aan de orde, die door de inleiding waren opgeroepen. De inleider stond bij de beantwoording niet alleen. Achter de bestuurstafel was nu een forum gezeten, dat bestond uit de heren ds. B. van Smeden, M. W. Wierenga, drs. F. Stafleu, L. Sprong en de referent.
Wat te verwachten was gebeurde: Verschillende vragenstellers bleken het wat moeilijk te hebben met de vrijmoedige wijze, waarop in het referaat pastorale en diaconale taken waren dooreengemengd. Steeds weer klonken opmerkingen als: Maar is dat nu wel iets specifieks voor de diaken? Kun je dat werk — zorg voor de jeugd bijvoorbeeld — nu niet beter aan de ouderling of de dominee overlaten? Velen bleken graag duidelijker onderscheidingen te hebben gezien.
Het forum legde daartegenover enige nadruk op de eenheid der ambten. Er zijn binnen de kerkeraad ambtsdragers die duidelijk verschillen voor wat hun gaven, hun belangstelling, hun kennis, hun opleiding betreft. Zij dragen er samen de verantwoordelijkheid voor, dat de kerk als het Lichaam van Christus in de wereld functioneert. Echter: zodra dit wordt gesteld, komen ook alle leden in het gezicht. De gemeente is de eenheid, die moet leven. En bij de bearbeiding van die gemeente blijkt steeds een hechte samenwerking tussen de predikant, de ouderling en de diaken noodzakelijk. De zaken waar men mee te maken krijgt zijn maar zelden zo ongecompliceerd, dat men ze uitsluitend pastoraal of uitsluitend diaconaal kan noemen. Allerlei aspecten liggen steeds weer zo verweven als het leven zelf. Daarom vraagt het werk in de kerken voortdurend team-spirit, waarbij elk naar-zijnaard zijn gaven inbrengt. In dit verband achtte het forum het bijvoorbeeld zeer wel mogelijk, dat het werk ten behoeve van de jeugd in en buiten de eigen gemeente zal worden gestimuleerd door de predikant, de jeugdouderling en een diaken gezamenlijk. Waarbij dan de diaken de man moet zijn, die kennis heeft van de samenleving, waarbinnen de jeugd vandaag verkeert.
Uitvoerig is ook gesproken over de verschillende samenwerkingsvormen binnen het maatschappelijk werk. Over het algemeen bleek de vergadering van mening, dat moet worden gestreefd naar de realisering van samenwerkingsvormen waarbij het bieden van sociale dienstverlening vanuit de protestants-christelijke levensovertuiging voluit mogelijk blijft. Juist in hulprelaties als deze achtte men het noodzakelijk, dat helper en cliënt elkaar wezenlijk zullen kunnen verstaan.
Een interessante vraag kwam tenslotte uit een van de kleinere kerken, waar men plaatselijk niet voor grote diaconale lasten stond en daarom ook minder frequent voor de diaconie collecteerde: Hoever kun je gaan met het collecteren voor het diaconaat over de grenzen? Even schemerde achter deze vraag de zorg om de verhouding tussen de verplichtingen jegens het eigen kerkverband en de zorg voor de „verre naaste”. Het forum adviseerde: Toch geregeld diaconale collecten blijven houden. Een gemeente die haar roeping verstaat zorgt wel dat de eigen kerk daar niet onder lijdt!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1969
Ambtelijk Contact | 20 Pagina's