De kerkorde opnieuw uitgegeven
In stemmig groen gewaad kwam de nieuwe uitgaaf van de Kerkorde van de pers. Het „rode boekje” — uitgaaf 1967 — heeft ons maar kort kunnen dienen en wordt hiermee naar het archief verwezen.
Wie de jaren van uitgaaf na de oorlog bekijkt, ziet dat deze uitgaaf vrij snel noodzakelijk was. Reeds de generale synode van 1968 besloot: „deputaten op te dragen indien nodig een herdruk van de kerkorde te verzorgen en eventuele wijzigingen op een door hen te bepalen wijze daarin te doen opnemen”.
De oplaag van 1967 was in 1968 al met driekwart geslonken. Een discussie-punt bleef hoe wijzigingen of aanvullingen steeds weer moesten worden verwerkt.
Moeten we naar een soort standaard-uitgaaf, maar dan in losbladig systeem en grotere oplaag voor langere tijd, met na elke synode aanvullings- of wijzigingsbladen óf telkens een bijgewerkte uitgaaf in kleinere oplaag?
Nu niet voor een losbladig systeem (waaraan ook vooral voor langer gebruik bezwaren verbonden zijn) maar voor een nieuwe gebonden uitgaaf gekozen is, daar de vorige uitverkocht was, meen ik dat dit een goede keus van deputaten geweest is.
Eens per plm. zes jaar (na twee gen. synoden) een volledig bijgewerkte en gemakkelijk te hanteren uitgaaf, is dunkt mij te prefereren, zelfs wat de kosten betreft, boven een losbladig systeem.
Deze uitgaaf van ruim 150 pagina’s groot, in duidelijke druk die door het verschillend lettertype direct aangeeft wat het artikel van de K.O. is en wat de uitwerkende kerkelijke bepalingen zijn, is een onmisbaar handboek voor ons kerkelijk leven. Gezien de nu opgenomen bepalingen van de synoden ’68/’69 en ’71 /’72’ als art. 3 geestelijke zorg gehandicapten; art. 5 tijd van dienen van predikanten in de gemeenten; art. 6 bijzondere arbeid en ambtelijke dienst; art. 10 overleg van de predikant met zijn kerkeraad vòòr de aanname van een beroep; art. 13 de waardevaste uitkeringsgrondslag en vaststelling van de emeritaatsgelden en de wijziging in emeritaatsgerechtigde leeftijd; art. 44 ouderlingen op kerkvisitatie; art. 50 beroep op offervaardigheid van de kerken; — kan niemand het meer met zijn oude uitgaaf doen.
Deel I van de bijlagen geeft formulieren, reglementen en instructies. De kerken in generale synode bijeen delegeren gezamenlijk de uitvoering van hun Schriftuurlijke roeping aan deputaten, maar deze verrichten hun werk onder verantwoordelijkheid aan de kerken in synode bijeen, naar welomschreven instructies.
Deel II van de bijlagen geeft, opdat alles met orde zal geschieden tot geestelijk heil van de leden, modellen van attestaties zowel van belijdende als doopleden, militairen, varende en emigrerende leden; attesten van predikanten die vertrekken naar andere gemeenten, benoemingen, kennisgevingen aan de Overheid, akten van emeritering, enz., enz. Eveneens is hierin opgenomen de regeling die in grote-stadskerken getroffen kan worden, waar het belang van goede ambtelijke bearbeiding het spreiden van verantwoordelijkheden over de wijkkerkeraden noodzakelijk maakt.
Alle lof aan de deputaten die deze uitgaaf punctueel verzorgden!
Een nauwkeurig tijdrovend werk, waar het op de juiste formuleringen aankomt.
Zover ik kon nagaan is er één drukfout aan de correctie ontsnapt, waaruit dan ook direct blijkt dat een foutief woord een kerkelijke regel disputabel kan stellen!
In art. 41 staat onder 1. pag. 33):
Inzake de afvaardiging van diakenen naar de classis zal elke classis volgens eigen regeling zorgen dat minimaal drie diakenen aanwezig zijn op haar verlangen.
Zo gelezen hangt het van de classis af of ze de aanwezigheid van diakenen op haar vergadering verlangt of niet verlangt!
Maar het is naar synodaal besluit (Acta 1962, art. 142 èn K.O. 1967) een vastgestelde zaak. Het woord verlangen moet zijn: vergaderingen.
Al met al begroeten we deze bijgewerkte uitgaaf als een onmisbaar handboek. Elke gemeente legt grote verantwoordelijkheid op de gekozen ambtsdragers. Ze mag terecht en moet ook van hen vragen, dat ze alle zaken zo behartigen dat ze naar de Schrift, tot heil van de plaatselijke gemeente geschieden, in gebondenheid aan de belijdenis en de daaruit voortvloeiende OTde in gemeenschappelijk overleg vastgesteld, als akkoord van kerkelijk samenleven in landelijk verband.
We hebben in onze kerken al te weinig instructie voor de ambtsdragers die de verantwoordelijkheid voor het welzijn van de kerken opgelegd krijgen. Het minste dat een gemeente kan doen als strikt noodzakelijk is dan ook elk van haar ambtsdragers een exemplaar van de kerkorde te geven (mèt een abonnement op Ambtelijk Contact!).
Elke kerkeraad schaffe dan ook voor kerkelijke rekening zoveel exemplaren aan als er ambtsdragers zijn (met een archief-exemplaar èn een paar exemplaren over voor tussentijdse wisselingen van ambtsdragers). Om op de hoogte te zijn van de structuur van het hele kerkelijke leven kan men ook buiten het ambt deze uitgaaf niet missen.
De wens van deputaten; „dat deze uitgave dienstig moge zijn, om eendracht en eenheid te voeden en te bewaren en alles te onderhouden in de gehoorzaamheid Gods” moge rijk vervuld worden!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1973
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's