Evangelisatie en huisbezoek
Er wordt wel eens gezegd, dat kerkeraden ver van het evangelisatiewerk afstaan. De broeders van de raad zouden maar betrekkelijk weinig interesse en kennis van zaken met betrekking tot net evangelisatiewerk hebben.
Ik geloof echter dat de kerkeraden er meer en meer bij betrokken worden.
Bij de zorg voor het vaak toenemend aantal randkerkelijken en bij vragen bijv. over gemengde huwelijken worden de broeders er met hun neus opgedrukt. Soms worden gesprekskringen bezocht door buitenkerkelijke mensen; de predikant ontmoet onkerkelijken op zijn catechisaties, komt hen tegen bij rouwdiensten en trouwdiensten, komt met hen in contact en gesprek in ziekenhuizen en bejaardencentra.
Het jaarboekje van onze kerken vermeldt dat in 1974 30 mensen na hun geloof beleden te hebben, het sacrament van de volwassendoop ontvingen.
Achter dit getal schuilt een vaak intensief stuk evangelisatiewerk.
Jeugdouderlingen kunnen erover meepraten hoe een deel van hun arbeid eigenlijk evangelisatiewerk is. En indien de evangelisatieouderling deel uitmaakt van de kerkeraad, krijgt hij van hem rechtstreekse informatie.
Een enquête, gehouden in 1974 in classis Haarlem, toonde aan dat waar evangelisatiearbeid wordt verricht, dit in nauwe betrokkenheid gebeurt met de kerkeraad.
Hoewel deze classis maar één evangelisatieouderling rijk is (Lisse), is het opmerkelijk dat op de laatstgehouden classisvergadering alle gemeenten, waar arbeid wordt verricht op het terrein van de evangelisatie, hiervan melding maakten in hun verslag naar art. 41 K.O.
Voor zover ik kan beoordelen is er een groeiende betrokkenheid bij de kerkeraden. Plaatselijk, classicaal en landelijk wordt hun medewerking steeds vaker gevraagd voor acties. In verband met de vaak interkerkelijke samenwerking wordt het als noodzakelijk aangevoeld de vinger aan de pols te houden. Soms word je teleurgesteld over het enthousiasme van de kerk voor de evangelisatie maar er zijn ook goede dingen te melden.
Over het evangelisatiewerk wordt altijd veel vergaderd. Soms zinvol, een andere keer zou de tijd beter besteed zijn geweest om niet te vergaderen maar echt aan het werk te gaan.
Telkens weer blijkt bij de besprekingen dat het evangelisatiewerk van de kerken een opdracht heeft naar twee kanten. Zowel naar hen die buiten de kerk zijn, als ook naar hen die tot de kerk behoren.
Bij dit laatste denk ik nog niet aan de randkerkelijkheid, maar aan het bewust maken van de opdracht die de gemeente heeft.
Veel werkers en commissies richten zich dan ook mede op de eigen gemeente.
Bij dit proces om een getuigende gemeente te worden heeft de prediking, catechese en ook juist het huisbezoek een belangrijke plaats.
Bij het gesprek over het persoonlijk geloofsleven kan dat aspect van het getuigen zijn toch niet ontbreken. Het licht dat schijnt in je hart wil toch ook naar buiten stralen.
De Heiland, die zei: Ik ben het licht der wereld, zei toch ook: Gij zijt het licht der wereld.
En als soms het licht in een leven niet zo helder straalt, dan blijft toch de opdracht van de Heiland bestaan: En gij zult Mijn getuigen zijn, te Jeruzalem en in Judea en Galilea en tot het uiterste der aarde.
Je hoeft trouwens ook niet met je eigen geestelijk hebben en houden aan te kornen bij de ander. Het gaat om het doorgeven van de blijde boodschap die Jezus Christus heeft verkondigd in een wereld, verloren in schuld.
Waar de broeders op het huisbezoek ernst willen maken met het ambt van het christen zijn, mag het profetisch aspect van dit ambt niet verwaarloosd worden.
Ook in deze richting dienen ambtsdragers Gods Woord te onderzoeken en zich gedurig te oefenen in de overdenking van de verborgenheden des geloofs, zoals het bevestigingsformulier zegt.
Soms zal het huisbezoek aan inhoud kunnen winnen als werkelijk ingegaan wordt op deze praktijk van het geloofsleven. Door ook te spreken over de evangelisatieopdracht, juist in deze tijd, juist ook met het oog op de wederkomst van Christus, kan het huisbezoek soms een veel praktischer karakter krijgen, waardoor het aan inhoud kan winnen.
Naast de ongeorganiseerde evangelisatie kennen veel gemeenten dit werk ook in georganiseerde vorm, de commissie, de werkgroep, het team, de vaste kracht met zijn of haar medewerkers.
Het is een teken van geestelijke armoede, wanneer uit verlegenheid ten aanzien van de zgn. ongeorganiseerde evangelisatie een commissie moet worden benoemd of een werker moet worden aangetrokken.
Aan de andere kant kan het een teken van geestelijke groei zijn als de georganiseerde vorm wordt verricht op bepaalde projecten die op een andere wijze niet aangepakt kunnen worden.
Wil een ambtsdrager op huisbezoek ook kunnen antwoorden op de vraag waar de leden van de gemeente aan de slag kunnen, dan zal hij goed op de hoogte moeten zijn van de werkzaamheden die worden verricht en de mensen die eraan verbonden zijn.
Daartoe is het goed wanneer de kerkeraad regelmatig met de werkers in contact staat. Niet om in die contacten als betweter te fungeren, maar om uit de eerste hand geïnformeerd te worden, om te tonen dat je achter je werkers staat en om samen met hen te bidden en te danken.
In dit verband wil ik pleiten voor de functie van evangelisatieouderling. Veel kerkeraden zoeken naar de juiste man op de juiste plaats.
Binnen het kerkeraadsgebeuren komt regelmatig het evangelisatiehuisbezoek naar voren. meerdere malen gebeurt het dat ambtsdragers in contact komen met buitenkerkelijke jongeren en ouderen. Soms hoor je bij het verslag van het huisbezoek dat is afgelegd bij een gezin dat niet meer trouw meeleeft: Eigenlijk was het een evangelisatiehuisbezoek. Jongeren krijgen verkering met buitenkerkelijken en meestal is er bij de buitenkerkelijke partner in het begin grote bereidheid zich te verdiepen in de kerkelijke situatie van de geliefde.
Soms dragen contacten met buitenkerkelijken rond verkering, huwelijk, doop, ziekte, begrafenis een intensief karakter.
Grote verantwoordelijkheid, diepe wijsheid, gunnende liefde en bereidheid niet alleen naar elkaar te luisteren, maar ook elkaar te begrijpen worden bij deze contacten gevraagd. Aan de andere kant leert de praktijk dat ook grote voorzichtigheid betracht moet worden.
Bij het gewone huisbezoek komen dergelijke zaken naar voren, soms toegespitst wanneer de kerkeraad binnenkort een beslissing moet nemen over kerkelijke bevestiging van het huwelijk, belijdenis, doop etc.
Over de voorzichtigheid die in acht genomen dient te worden schreef ik reeds, aan de andere kant mag dit niet ten koste gaan van het vrije werk van de Heilige Geest. Ruimte moet worden gelaten voor een doorgaande groei, ook al is men nog niet waar men wezen moet. Trouwens wie is daar wel?
Ik schrijf dit met het oog op de verschrikkelijke brokken die gemaakt zijn, harde oordelen die zijn geveld, verkeerde beslissingen die zijn genomen, waardoor mensen zijn afgestoten.
Als we ons zo realiseren hoeveel inzicht en wijsheid van de huisbezoeker wordt gevraagd kan niet achterwege blijven een oproep tot nadere en diepgaande bezinning in onze kerken over het onderwerp huisbezoek en evangelisatie opdat ambtsdragers getrouw zullen zijn ook in dit opzicht hun ambt te vervullen naar de bedoeling van de Koning van de kerk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1975
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's